wanneer worden de zomerreizen geboekt? 38 publiek wil goede voorlichting vanuit de eigen filosofie uitstekende communicatie N aanverwante diensten onder deze zaak de schouders te zetten. Het lijkt mij ook een goede zaak dat de dingen die wij reeds in de dienstverle nende sfeer doen of nog gaan doen, in één hoofdafdeling zijn samengebracht. In dien het ergens noodzakelijk is om het werk vanuit een weloverwogen marke- ting-strategie en met de vinger op de pols te doen, dan is het in deze secto ren, waar de uitkomsten dikwijls zo dicht tegen marginale situaties aanliggen. Door bundeling van de inspanningen die wij ons voor deze activiteiten getroosten, kun nen wij mogelijk de basiskosten van verschillende onderdelen drukken. Of het nu overheid, semi-overheid of particulieren betreft, allen die op dit terrein werkzaam zijn, kennen tevens het spanningsveld dat er bestaat tussen opti maal dienstbetoon en rentabiliteit. Afge zien van het feit, dat het break-even- point dikwijls moeilijk is vast te stellen, dient het ook bewaakt te worden, omdat voortdurend de neiging bestaat de kosten voor dienstbetoon steeds verder te laten stijgen. Het is overigens een bijna vanzelfspre kende zaak dat, nu wij als bankorganisa- tie in vrijwel ieder dorp in Nederland een fraai gebouw hebben geplaatst, wij ook de deuren van deze gebouwen wijd open moeten stellen voor aanvullend dienstbe toon. De aanwezigheid van zo'n gebouw, de inrichting, verlichting, verwarming en het deskundige personeel met een goede mentaliteit, geven immers de mogelijkheid onze cliënten op velerlei gebied goedko per en beter te bedienen. Hoe breder die opstelling is, hoe meer profiteren de diverse onderdelen daarbij van elkaar en van de gemeenschappelijke basiskosten. De hierboven geschetste ontwikkeling wordt uiteraard in sterke mate beïnvloed door het gebeuren in de diverse markt segmenten zelf. Men kan daarbij bijvoor beeld denken aan de situaties bij de verzekeringsbemiddeling, de reisbureaus, de boekhoud- en accountantskantoren enz.; waarmee beslist niet is gezegd dat wij in al deze sectoren een rol zouden moeten of kunnen spelen. Er zijn daarbij factoren die sterk mede- bepalen of zo'n onderdeel in het magne tische veld van onze en dan meestal ook van de andere bankorganisaties terecht komt of niet. Bijvoorbeeld de vraag of zo'n activiteit in zijn huidige structuur in staat is de moderne verwerkings- en administratie technieken te kunnen volgen en of men daarvoor ook de benodigde investerin gen kan doen. Een tweede factor is het punt van „echt dienstbetoon". De moderne communi catiemiddelen brengen keiharde situaties over. Consumentenbond en Koning Klant leggen bijvoorbeeld bij voortduring ten behoeve van het publiek de vinger op de wonde van slecht dienstbetoon, te hoge prijzen of twijfelachtige voorlichting bij verkoop. Alleen al de preventieve waarde van deze instituten is groot! Komt een branche steeds op de verkeerde wijze in de publiciteit, dan ontstaat er een merk bare zuigkracht in onze richting, mede door het imago van dienstverlening dat onze bankorganisatie bij het publiek heeft. Een andere belangrijke factor is de om- stand gheid dat in enkele deelmarkten zoals bij verzekeringsbemiddeling en rei- zenverkoop de producenten (de verzeke ringsmaatschappijen en touroperators) zich steeds meer gaan bedienen van rechtstreekse verkooptechnieken, waarbij aan het traditionele intermediair (assu rantiekantoren en reisbureaus) amper een 'ol wordt toebedeeld. Omgekeerd reageert het publiek op deze hard-sel- lingmethodes door het zoeken naar een zekere bescherming en eerlijke voorlich ting. Zo zijn er nog wel een groot aantal factoren te noemen, die de markt in beweging brengen of houden. Naar mijn persoonlijke mening zullen door de steeds verder gaande automatisering, uiteindelijk slechts de grotere eenheden, dus ook de bankorganisaties, bij de dienstverleningsobjecten betrokken kun nen blijven. Wij kunnen deze op ons toekomende markten alleen behouden, indien wij ze bedienen vanuit de filosofie en doelstel lingen van onze organisatie die geheel gericht zijn op onze cliënten en wij ons in deze sectoren niet te commercieel gaan opstellen. Zoals reeds gesteld geven de opbouw van onze organisatie, haar filosofie van dienstbaarheid en de hierboven geschet ste aanwezigheid van servicepunten met alle toebehoren ons een voorsprong op anderen. Toch is het omgekeerd dezelfde organi satiestructuur van autonome banken die het probleem geeft hoe wij deze voor sprong kunnen benutten. Er kan een neiging ontstaan om een eigen beleid te voeren, terwijl het tegenover onze cliënten toch noodzakelijk is dat wij deze zaken zoveel mogelijk vanuit een weloverwogen beleid met een eigen ge zicht a!s organisatie doen. De grote opgave voor de hoofdafdeling zal daarom zijn om via een uitstekende communicatie met de aangesloten banken voorstellen te doen aan de hoofddirectie voor een te voeren beleid en dit daarna weer 2:0 duidelijk over te brengen aan aangesloten banken dat deze bereid zijn dit beleid te volgen. Slagen wij daarin, dan zijn ongetwijfeld de voorwaarden aanwezig om op de terreinen waarop wij ons bewegen een belangrijk marktaandeel te verkrijgen! Aldus de heer Poelstra over de taken van zijn hoofdafdeling. In deze tijd van nieuwe ontwikkelingen en nieuwe stromingen is het zaak de vinger voortdurend aan de pols te hou den. En juist onze grote bankorganisatie beschikt over de middelen om nieuwe ontwikkelingen èn nieuwe mogelijkheden tijdig te signaleren en op hun juiste waarde te schatten. Door de unieke mogelijkheid dat steeds twee waardevolle eigenschappen van die organisatie gecombineerd kunnen wor den: het overzien van het geheel door de Centrale en beoordeling ervan door haar specialisten en de zo waardevolle prak tische benadering van de aangesloten banken die, zoals reeds zo vaak is gebleken door hun enthousiaste mede werking de opgave succesvol kunnen volbrengen. Dezer dagen kregen we cijfers on der ogen, die aangeven wanneer bij de grote touroperators de reizen worden geboekt voor het zomer seizoen. Cijfers, die ons bijzonder gefrappeerd hebben, daar de advertentiecampagnes reeds in december worden gehouden. stand in december 1,6 1,6 in januari 14,1 15,7 in februari 37,2 52,9 in maart 20,1 73 in april 10 83 in mei in juni 17 100 in juli Uit een flinke steekproef bleek, dat dit precies overeenkomt met het beeld in onze organisatie. In februari valt dus de grote slag!

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 40