35 te samen ongeveer 2.300 zielen. Leunen en Veulen behoren tot de gemeente Venray. Leunen is gesitueerd aan de noordoostrand van De Peel, een uitgestrekt en i dunbevolkt veengebied tussen - globaal aangeduid - Weert en Mill. Leunen bestaat voor de ene helft uit landbouwers en voor de andere uit werknemers, kleine middenstanders, onderwijzend personeel e.d. Hoe denkt de heer Reintjes over de automatisering in het bankwezen? „Een goede zaak! Bij verdergaande automatisering kunnen we onze werkzaamheden, meer nog dan voorheen, afstemmen op de serviceverlening van de bank. Er wordt op dit moment door bankemployés nog té veel werk gedaan dat beter door de machine kan worden overgenomen. De heer Reintjes zet zijn licht niet onder de korenmaat! Naast het directeurschap van een bank is hij secretaris van het plaatselijke schoolbestuur, een veel vrije tijd eisende functie. Ook is hij geïnteresseerd in de gemeentepolitiek. Hij draagt de in de Venrayse gemeenteraad vertegenwoordigde z.g. „Kerkdorpenfractie" een warm hart toe. Verder is hij - last but not least - voorzitter van de in „Eindhovense" kringen bekendheid genietende Vereniging van Directeuren, een soortgelijke groepering als de Vereniging van Directeuren van banken aangesloten bij de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank. Laatstgenoemde vereniging staat onder voorzitterschap van de heer A. Dreschler, directeur van de raiffeisenbank Sloten- Badhoevedorp. Vanzelfsprekend wordt binnen beide verenigingen en tussen de verenigingen onderling op uitgebreide schaal van gedachten gewisseld over het op handen zijnde samengaan van Utrecht en Eindhoven. De heer Reintjes heeft in dit verband regelmatig contact met zijn collega Dreschler. Aangezien de besprekingen tussen beide verenigingen nog gaande zijn, wilde hij over de gehele fusieproblematiek nog niet te veel zeggen. Niettemin laat hij zich tot één uitspraak verleiden: „Wij denken in de directeurenverenigingen over veel fusieaangelegenheden al hetzelfde. Als de fusie tussen beide centrale banken dan ook eenmaal een feit is, lijkt het me onwaarschijnlijk dat de Eindhovense Vereniging van Directeuren en de Utrechtse naast elkaar blijven opereren. Een te zijner tijd samengaan van beide instanties ligt voor de hand, hoewel het nog wel even kan duren." Over de functie van voorzitter van de Vereniging van Directeuren: „Ik doe het graag. Ik voel me organisatie- minded en ik vind het fijn om met mensen om te gaan." Ten slotte over het bankdirecteurschap: „Het geeft me voldoening. Het is een echt scheppend ambacht; er ligt een taak op sociaal gebied die voor een stuk belichaamd wordt in mijn persoon."

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 37