over sparen en bouwen notariële akten 33 aansluiten bij doeleinde bouwsparen nu zonder getuigen en zonder voorlezing In Het Financieele Dagblad van 31 decem ber jongstleden was een katern opgeno men dat geheel in het teken stond van het sparen. Dr. A. J. Verhage, voorzitter van de hoofddirectie van de Coöperatie ve Raiffeisen-Boerenleenbank W.A., deed in een artikel in deze bijlage een aantal uitspraken die wij hier graag nog eens laten volgen. Dr. Verhage stelt dat er geen verschil van mening bestaat over het nut van bespa ringen. „Zij zijn in een economie die groei en welvaart inhoudt een onmisbare voorwaarde voor de financiering van nieuwe investeringen, zowel in de publie ke als in de private sector. Als de besparingen achterblijven bij de behoefte aan duurzame financieringsmiddelen, raakt het evenwicht in de economie ver broken." Wij citeren voorts: „Sinds vele jaren wordt in de meeste Europese landen moeite gedaan om via premies en belastingfaciliteiten het spa ren aan te moedigen." „Men kan zich afvragen of premies een voldoende aanmoediging tot extra bespa ringen geven." „Wellicht verdient het aan beveling," vervolgt de heer Verhage, „te zoeken naar een aansluiting bij de spaar- doelen van de betreffende spaardersca tegorie. Het sparen voor de oude dag wordt geleidelijk verdrongen door het sparen voor onvoorziene omstandigheden en voor het verrichten van bepaalde aan schaffingen. Hierbij valt met name te denken aan duurzame consumptiegoede ren. Het meest gunstige voorbeeld van dit aanschaffingssparen is het sparen voor eigen woningbezit. Voor de spaarder betekent dit: sparen voor een duurzaam bezit met in het algemeen een behoor lijke waardevastheid." „Woningbezit vergroot de onafhankelijk heid van de spaarder. Nationaal-econo- misch gezien kan door extra spaarin- spanningen een bijdrage geleverd wor den aan bestrijding van volksvijand num mer één: de woningnood. Deze bijdrage zou hieruit kunnen bestaan, dat de aspi rant-woningeigenaren een forsere bijdra ge zouden kunnen leveren aan de finan ciering van een deel van de woning bouw. Hierbij verdient introductie van bepaalde vormen van bouwsparen aanbeveling. Deze vorm van doelgericht sparen wordt reeds vele jaren met succes in West- Duitsland en Oostenrijk toegepast." „De gedachte van het bouwsparen is ook in andere Europese landen overge nomen, onder meer in Frankrijk, waar vier bouwspaarbanken actief zijn en sedert een jaar in België. Mogelijk geven de ervaringen in andere landen met deze vormen van sparen en kredietverlenen ten behoeve van het ei gen woningbezit aanleiding een en ander ook voor Nederland in overweging te nemen. Voorwaarde is echter dat de overheid aan alle leden van de gemeenschap, die door vorming van eigen vermogen een bijdra ge willen leveren tot de oplossing van het financieringsvraagstuk van de wo ningbouw, bepaalde faciliteiten toestaat. Hierbij dient niet uitsluitend gedacht te worden aan premies, maar vooral aan fiscale faciliteiten. Dat men ook in de ambtelijke sfeer gaat inzien hoezeer belastingmaatregelen fnui kend kunnen werken voor de vorming van besparingen blijkt wel uit de advie zen van de interdepartementale werk groep besparingen (Commissie-Van Frane- ker), welke met name aandrong op be lastingvrijstelling voor besparingen, zij het tot een bepaald maximum. Algemeen geldende belastingfaciliteiten zouden voor bouwspaarders kunnen worden aan gevuld met contract-spaarpremies. De kosten van verwerking van een en ander zouden beperkt kunnen worden door niet over te gaan tot afzonderlijke bouwspaarbanken, maar het bestaande apparaat van de bankorganisaties, die zich van oudsher gericht hebben op de financiering van de kleine man en het bevorderen van het sparen, in te schake len." Op 1 januari 1972 werden ingevoerd twee wetten van 8 december 1971 (Staatsblad 1971 nr. 717 en 718), waarbij enige wijzigingen worden aangebracht in de Wet op het Notarisambt. Dit betreft de afschaffing van de ver plichte aanwezigheid van getuigen bij notariële akten en de afschaffing van de verplichte voorlezing van de notariële akten. De tegenwoordigheid van twee getuigen blijft vereist bij testamenten, alsmede bij akten van openbare verko pingen, verhuringen, verpachtingen en aanbestedingen en bij akten, die om welke reden ook door een of meer der verschijnende personen niet ondertekend worden. In andere gevallen is de tegenwoordig heid van twee getuigen slechts vereist, indien de notaris dit verlangt. De vermel ding van getuigen in een akte, welke zonder getuigen kan worden verleden, geldt als bewijs, dat de notaris hun aanwezigheid heeft verlangd. Ook de verplichte voorlezing van alle notariële akten wordt afgeschaft. De comparanten worden in het vervolg voor of tijdens het verlijden der akte in de gelegenheid gesteld kennis te nemen van de woordelijke inhoud van de akte. De inhoud van de akte wordt zakelijk aan de comparanten opgegeven. Indien zij daarna eenparig verklaren van de inhoud van de akte kennis te hebben genomen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen, kan de voorlezing zich beperken tot: a) de vermelding van de voornamen, naam en standplaats van de notaris en van datum en plaats van verlijden van de akte; b) dat gedeelte van de akte, hetwelk de omschrijving van de partijen omvat; c) het slot van de akte. Indien een van de comparanten dit ver langt, moet de notaris de akte voorlezen. Degene die als vertegenwoordiger van de bank bij het passeren van een hypo theekakte optreedt zal in het algemeen geen volledige voorlezing van de akte behoeven te verlangen, mits er maar op wordt toegezien, dat inderdaad alle noodzakelijke gegevens in de akte wor den opgenomen. Nu het voorlezen van de notariële akte na 1 januari 1972 in de meeste gevallen achterwege zal blijven, verdient het nog des te meer aanbeveling om aan de notaris te verzoeken vooraf een concept akte aan de bank te verstrekken. Deze conceptakte kan dan ten kantore van de bank worden gecontroleerd en indien het concept in orde wordt bevonden, behoeft men vervolgens ten overstaan van de notaris geen voorlezing meer te verlan gen. Volledigheidshalve merken wij nog op, dat volledige voorlezing vereist blijft bij notariële akten, die in tegenwoordig heid van getuigen worden verleden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 35