19
Het lossen van graan in de Amsterdamse haven
buiten de V.S. groter zijn dan de bedragen die naar de V.S.
toekomen. Die dollar-bestedingen buiten de V.S. hebben
ten dele een politiek karakter, zoals bij de betaling van
de Amerikaanse troepen in West-Europa. Nu de Amerika
nen trachten hun tekorten te dekken door een grotere
toegang voor agrarische produkten op de E.E.G.-markt
gooien zij het bij hun argumentatie fors over de politieke
boeg. Dat wekt veel ergenis bij degenen die zich in de
E.E.G. in de eerste plaats verantwoordelijk voelen voor de
landbouw en die de politieke argumenten alleen maar
kunnen zien als een mooi drukmiddel in de handen van
Amerikaanse concurrenten.
Over het algemeen hebben de Amerikaanse agrarische
exporteurs geen reden tot klagen over de E.E.G. In de
laatste paar jaar nam de agrarische export vanuit de
Verenigde Staten naar de Gemeenschap met 25% toe,
terwijl dat naar de andere landen slechts 20 was.
Maar het kan uiteraard altijd nog beter; wanneer de
E.E.G. haar graanmarkt minder zou beschermen dan zou
de import uit de Verenigde Staten ongetwijfeld toene
men.
De regering van de Verenigde Staten heeft een verminde
ring van deze bescherming herhaaldelijk geëist. Erg veel
succes heeft dat niet gehad, tot nog toe. Een oorzaak
daarvan is onder meer dat de Amerikanen weigeren om
een afspraak op het gebied van de handelspolitiek twee
zijdig te maken; de Verenigde Staten zijn niet van plan
(althans tot nog toe) om verplichtingen op zich te nemen
ten aanzien van de Amerikaanse landbouwpolitiek, maar
eist dat wel van anderen. Zolang deze houding niet
gewijzigd wordt, zal de E.E.G.-landbouwpolitiek de Ameri
kanen een doorn in het vlees blijven.
Italië wordt geteisterd door een groot gebrek aan
pasmunt, zo las ik onlangs in een kranteberichtje. Het is
er zo erg mee gesteld, dat je in de winkels wat snoepjes
krijgt als wisselgeld.
Gelukkig voor onze collega's van de banca per il credito
agrario of hoe dat dan wel mag heten, bleek uit het
bericht nergens dat de banken snoepgoed weer wisselen
tegen echt geld. In gedachten zag ik ze al staan,
gebogen over de stopflessen met snoep, tellen aan een
nooit meer kloppende kas, omdat er altijd wel iemand is
die in zijn zenuwen een paar ulevellen in de mond heeft
gestopt. Griezelige ontwikkeling, hoor.
Maar toen ik even later las dat de produktiekosten van
onze eigen cent al zo hoog zijn en de materiaalwaarde
alleen al 1,4 cent is, ging ik er toch anders over
denken.
De geldcirculatie neemt ontzettend toe en dat is een
slechte zaak, zeggen de economen. Juist op dat vlak zie
ik ineens wel mogelijkheden.
Laten we de Rijksmunt omdopen tot Rijkspepermunt en
het leed is geleden.
Wat gebeurt er.
Bij de benzinepomp vraag je tien liter super en krijgt na
betaling als wisselgeld wat pepermuntjes terug. Voor u vijf
zebrapaden en tien stoplichten verder bent, heeft u er al
gedachteloos vier opgekauwd.
Op die manier kan de geldstroom aardig beperkt worden
en we eten de inflatie gewoon weg.
In een wat later stadium zou De Nederlandsche Bank
eens kunnen experimenteren met bankbiljetten gebakken
van ouwel. Als kinderen waren we gek op die kleurige
velletjes ouwel van de snoepwinkel. Houdt uw papiergeld
maar eens weg bij de kleuters.
Ook kapitaalexport kan worden tegengegaan. Wij Neder
landers beschikken immers over een uniek stukje snoep-
werk, dat zijns gelijke niet kent in de wereld en dat
alleen wijzelf lusten. Zelfs mensen die al vele jaren in de
vreemde vertoeven dromen er nog van en vaak is hun
eerste gang tijdens het verlof er een naar de snoepwin
kel.
Ik spreek hier natuurlijk over onze zoute drop. We
kennen er vele variëteiten in en allerhande vormen. Zoet,
zout of dubbelzout, hard of zacht, rondjes, vierkantjes,
parallellogrammetjes, kubussen, cilinders, ballen, kussen
tjes, veters, wat al niet.
Belangrijk is het daarbij nog op te merken, dat we
beschikken over het zogenaamde muntdrop en daarin al
min of meer een pasklare dropmunt hebben.
En mochten de inflatoire krachten daarmede nog niet
overwonnen zijn, dan kunnen we ons bezinnen op de
mogelijkheid gebruik te gaan maken van tumtummetjes.
Italië heeft de geldwereld al veel geschonken in de vorm
van alom bekende woorden en uitdrukkingen. Misschien
blijkt later nog wel eens dat het allermooiste wat dit land
ons gegeven heeft het wisselsnoepje is geweest.
Cas Sier