landbouwpolitieker! wisselkoersen amerikaanse verlangens 18 ruilverkaveling en wereldhandel genheid van de voorbereiding van de rijksbegroting nog eens voorgerekend dat een groot percentage van de gelden, namelijk 65%, voor niet uitsluitend agrarische doeleinden wordt uitgegeven. Dat neemt overigens niet weg dat de ruilverkavelingen nog steeds als een onder deel van het landbouwbeleid worden verdedigd. De recre atie, de wegenbouw, de bebossing waarvan de niet- agrariërs ook plezier hebben, kunnen als het ware meerij den op de rug van de landbouwwet. Valt de ruilverkave- lingswet als agrarische wet weg, dan is het nog de vraag of de wetgever bereid is om er een even krachtige voor in de plaats te stellen. Toch zal dat nodig zijn, wil men met de aanpassing van het platteland niet in het slop geraken. De monetaire onzekerheid heeft ook gevolgen voor de landbouwpolitiek. Binnen de E.E.G. hebben de zwevende wisselkoersen enkele lid-staten genoodzaakt om (met toestemming van hun collega's) naar de wonderolie van de importheffingen te grijpen. Ditmaal werden deze importheffingen (en de daarbij behorende restituties bij uitvoer) „compenserende bedragen" genoemd. Een land als Duitsland met een omhoog-zwevende koers kan zo voorkomen dat de landbouwprodukten met een E.E.G.-marktordening dankzij het koersverschil goedkoper zouden worden ingevoerd. Toen in december tijdens een conferentie in Washington de dollar informeel lager in ruilwaarde werd gesteld, gingen alle E.E.G.-munten t.o.v. de dollar omhoog zweven en werden door alle lid-staten de zojuist genoemde compenserende bedragen tegenover de wereldmarkt ingesteld. De importeurs van landbouwprodukten uit de V.S. zagen dat reeds vóór de dollar-devaluatie aankomen. Terwijl voor alle produkten uit de V.S. door de feitelijke devalua tie de verkoop gemakkelijker zou worden, zou de E.E.G. er met zijn bekende heffingen-systeem wel voor zorgen, dat de landbouwprodukten van dat voordeel verstoken zouden blijven. De V.S. hebben hun verlangen om dit te voorkomen dan ook in het pakket voor de onderhande ling over de wisselkoersen en de intrekking vam de 10% invoerheffing gedaan. De moeilijke positie van de dollar hangt uiteraard samen met de Amerikaanse betalingsbalans welke steeds ge plaagd wordt door het feit dat de dollar-bestedingen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 20