ruilverkaveling en wereldhandel
De landbouw is geen
geïsoleerde bedrijfstak meer.
Twee gebeurtenissen hebben dat
de afgelopen maanden weer
eens duidelijk laten zien.
Op betrekkelijk kleine schaal
is dat de stemming over de
ruilverkaveling in Tubbergen
geweest. Op grotere schaal was
dat de monetaire ontwikkeling
waarbij de tegenstellingen tussen
de Verenigde Staten en de
Europese Gemeenschap een
rol speelden. Op deze
twee onderwerpen zal in dit
commentaar wat worden
ingegaan.
ruilverkaveling op de tocht
16
drs. m. I. de heer
Het was weer eens raak voor de televisie. In een voor de
meeste kijkers ver weg gelegen dorp Tubbergen kwam
een conflict dat al de hele dag werd verwacht, voor het
oog van de camera's tot uitbarsting. De gier sproeide
over de agenten die waren opgeroepen om degenen te
beschermen die zich over de ruilverkaveling wilden
uitspreken. De tent waar de stemming gehouden moest
worden vloog in brand, de voorkamer van de burgemees
ter werd in puin gelegd, de schoolramen gingen eraan en
een agent werd in de rug gestoken. De medewerkers van
de Stichting Public Relations voor Land- en Tuinbouw
moesten maar afwachten of er van hun jarenlange werk
voor de verbetering van de agrarische „image" nog iets
over zou blijven. De dagbladen maakten hun lezers
echter al gauw duidelijk dat de ruilverkavelingswet een
merkwaardige vorm van stemmen mogelijk maakt. Even
als in 1817 door Koning Willem I met de stemming in
België over de aansluiting bij Nederland werd gedaan,
gelden de wegblijvers hier als voorstemmers. In Tubber
gen was het zo gesteld dat ook al zouden alle agrarische
grondgebruikers tegen de ruilverkavelingen hebben ge
stemd, de afwezige grondbezitters toch voor een positie
ve uitslag zouden hebben gezorgd. Ook de stedeling zag
hier het ongerijmde van in en kreeg meer begrip voor de
protesterenden; men ging zich vervolgens afvragen of
het gezag dan wel tactisch genoeg was opgetreden
„Tubbergen" zal echter ongetwijfeld een staartje krij
gen.
Wel kwamen er nog in december van het vorig jaar