wob 6 Minister Lardinois: samengaan CCRB en CCS spectaculair. ties tot uitdrukking willen bfengen dat zij het behartigen van de belangen van de Nederlandse boeren en tuinders tot hun gezamenlijke inspanning en zorg willen maken. Ook de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank, de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank en de Coöperatieve Raif- feisen-Boerenleenbank zijn in de N.C.R. vertegenwoordigd. Tijdens de op 9 december jongstleden in Den Haag gehouden openbare vergadering van de N.C.R., wees de voorzitter van de Raad, de heer C. G. A. Mertens, erop dat de N.C.R. weliswaar geen topcoöperatie met dwingende bevoegdheden is, maar dat de N.C.R. de beleidslijnen aangeeft en aan de betrokkenen het volgen van deze lijnen aanbeveelt. In dit verband stelde de heer Mertens dat ook in 1972 en volgende jaren de coöperaties, hoe groot en hoe veel zijdig hun activiteiten ook zijn, onder nemingen blijven van en voor boer en tuinder. De heer Mertens: Wanneer ik spreek van coöperaties, dan bedoel ik ook andere rechtsvormen, dus ook n.v.'s die als coöperatie beheerd worden en zoals we er veel kennen in de land- en tuin bouw. Toch blijft er, aldus de spreker, ondanks diverse gemeenschappelijke be langen, een kardinaal verschil met de niet- coöperatieve onderneming. Het bedrijf van de coöperatieve is primair gericht op het behartigen van de belangen van de leden die invloed en controle uitoefenen via een democratische opbouw van de coöpera tieve vereniging. Personen die beweren, aldus de heer Mertens, dat de coöperaties losraken van hen, voor wie zij werkzaam zijn, kennen de praktijk onvoldoende en zij zien de relatie boer-coöperatie onvol doende tegen de achtergrond van deze tijd. Of de coöperatieve ondernemingen in de komende jaren voldoende overlevings kansen weten te scheppen hangt van ver schillende factoren af. We noemen ze hier slechts: de financiële kracht van de coöpe raties, de kwaliteit van de leiding en de zorg voor een goede research en ontwik keling. De minister van Landbouw en Visserij, ir. P. J. Lardinois, sprak over „het Neder landse bedrijfsleven in een woelige we reld". Het bedrijfsleven is op alle fronten in beweging; ook het coöperatieve be drijfsleven. We zien schaalvergrotingen in de land bouw en fusies tussen grote coöperaties. De meest spectaculaire fusie in dit ver band vond de minister het voor de deur staande samengaan in het coöperatieve bankwezen van de C.C.R.B. en de C.C.B. in één grote landbouwkredietorganisatie die zich de grootste van Nederland kan noemen. In het algemeen gaat het, aldus de minis ter, met de landbouw in ons land en ruimer bezien in E.E.G.-verband niet naar wens. Ongetwijfeld zal de toetreding van enkele nieuwe leden (Engeland, Dene marken en Ierland) in de Europese Ge meenschap voor een verbetering zorgen, maar een landbouwsector als bij voorbeeld de Nederlandse graanteelt zal daarmee niet uit de verdrukking komen. VERSLAGGEVING EN ACCOUNTANTS VERKLARING De Boerenleenbanken en de Raiffeisen- banken hadden bij het afsluiten van het boekjaar 1971 voor het eerst te maken met de wettelijke verplichtingen inzake verslag geving en controle door een register accountant. De Wet op de Jaarrekening geeft een aan tal dwingende regels die in acht dienen te worden genomen bij de opstelling van de balans en de Winst- en Verliesrekening die samen met de toelichting op ieder der stukken de jaarrekening vormen. In december 1971 werden per circulaire de waarderingsgrondslagen, toe te passen bij het samenstellen van de balans en de Winst- en Verliesrekening, medegedeeld. Voorts werden mededelingen gedaan over de verzorging van de inhoud van het jaar verslag. Een zeer, zeer drukke tijd voor de banken, wij zijn ons dat bewust, ligt nauwe lijks achter ons. Behalve in de Wet op de Jaarrekening zijn in de Wet Toezicht Kredietwezen 1971 een aantal dwingende regels gegeven, die Kredietinstellingen verplichten tot onder zoek van de jaarrekening door een regis teraccountant. Tussen 31 december 1971 en 30 juni 1972 dienen de jaarrekeningen van de boeren leenbanken en de raiffeisenbanken door de Accountantsdienst te zijn onderzocht. Tevens dient in die periode door alle banken de algemene vergadering te zijn gehouden. De jaarrekening dient voor 1 juli 1972 bij het Handelsregister te zijn ge deponeerd, voorzien van een accountants verklaring. De wettelijke verplichtingen brengen mee, dat alvorens de algemene vergadering kan worden gehouden, de jaarrekening dient te zijn gecontroleerd en te zijn voorzien van de verklaring van een registeraccountant. De thans in acht te nemen wettelijke voor schriften noodzaken te meer om binnen de Accountantsdienst een goede werkver deling na te streven. De werkverdeling alleen is echter niet toe reikend om een grote hoeveelheid werk in zo korte tijd te verzetten. Goed overleg tussen bestuurders en direc teuren en de hoofdinspecteur in elk dis trict is nodig, om de data van de te houden algemene vergaderingen vast te stellen. Een woord van waardering is opzijn plaats voor het goede samenspel tussen de ban ken en de Accountantsdienst bij het re gelen van de werkzaamheden. Werkzaamheden die tot uitkomst moeten geven, dat door Moret en Limperg, Accoun tants, de verklaring kan worden afgegeven (dus door de externe accountant), zonder welke noch aan de leden van de bank, noch aan het maatschappelijk verkeer (waaronder De Nederlandsche Bank), de jaarrekening kan worden gepresenteerd. Wij hebben alle vertrouwen, dat de ver slaggeving op juiste wijze en tijdig haar beslag zal krijgen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 8