voorspel 2 Hiermede is het eerste nummer van de eerste jaargang van het gemeenschappelijk maandblad een feit. Echt geen wereldschokkend feit, maar voor de lezers van de tot nu toe afzonderlijke bladen, De Boerenleenbank en de Raiffeisenbode, toch wel een opmerkelijke gebeurtenis. Na 73 jaar gescheiden optrekken, nauwelijks anderhalf jaar nadat het voornemen tot samengaan is geuit, na heel wat vergaderen, schrijven, discussiëren en voorbereiden voor dat samengaan, is het dan zover dat alle raiffeisenbanken en boerenleenbanken, evenals een ruime kring van lezers daarbuiten, één en hetzelfde blad ontvangen. De naam is „Raiffeisen Boerenleenbank", leder die meent, dat dit voor zichzelf spreekt, heeft gelijk, mits hij maar niet denkt, dat de naam ontleend is aan die van de Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank W.A. te Amstelveen. Deze door de Utrechtse en Eindhovense Centrale Banken opgerichte samenwerkingscoöperatie - met het doel de fusie te bevorderen en voor te bereiden - is, zeer toepasselijk, de uitgever van het blad, maar de naam doelt aan te geven, dat het blad bestemd is voor de beide organisaties, die van de raiffeisenbanken en die van de boerenleenbanken. Vooralsnog dus een blad voor de twee organisaties samen, maar straks - als de fusiebesluiten genomen mochten zijn - voor de ene nieuwe Centrale Bank en organisatie. Terecht kan men zeggen, dat we met dit blad preluderen op de fusie. Daar willen we ook geen geheim van maken. Onze taak is alle banken aan te spreken. Dat is geen gemakkelijke zaak, vooral de eerste tijd niet. Al is er het laatste jaar opmerkelijk veel onderlinge toenadering, al verstaat men elkaar aan de top en aan de basis steeds beter, toch brengen die 73 jaar gescheiden historie, ondanks het in wezen gelijk gerichte daarin, ook verschillen met zich mee. Niemand zal dat ontkennen en we zullen met name in accenten en benaderingswijzen die verschillen ook na een echte fusie nog wel lang tegenkomen. Wij hopen ze niet te verdoezelen: ze vormen facetten van de rijkdom van ons organisatieleven. Mocht ooit iemand zijn eigen, vertrouwde facet niet in deze kolommen terugvinden, laat hij dit dan niet onmiddellijk aan redactie of schrijver verwijten, maar oog hebben voor andere facetten, die wél geboden worden. En laat hij weten, dat dit blad geen éénrichtingsverkeer wil geven, doch graag ruimte geeft aan de meningen van de lezers. Het is duidelijk, dat de R.B. niet met een schone lei begint. Nu ze van wal gestoken zijn, beseffen de opvarenden goed dat het nieuwe schip naast zijn lading ook de nodige ballast aan boord heeft. Ballast om het schip vast te doen liggen, om te voorkomen dat het voortdurend naar één zijde overhelt. Dat is - we laten de beeldspraak verder schieten - wat we bedoelen als we zeggen, dat we onze afkomst, onze geschiedenis niet loochenen, dat we ons bewust zullen blijven van ons verleden en van de invloed daarvan op het heden. Ideeën leven door, mits we ze niet laten verstarren, maar telkens opnieuw concretiseren! Eigenlijk is dat een van de boeiendste en moeilijkste opgaven, waarvoor iemand geplaatst kan worden. Tegen deze achtergrond dient het nieuwe van ons blad gezien te worden. Want de R.B. is een nieuw blad. Niet alleen in naam en uiterlijk, maar vooral ook omdat het alleen al door zijn verschijnen, een nieuw tijdperk in de ontwikkeling van de beide organisaties inluidt. Zeker, dat tijdperk begint eerst recht als de besluiten tot eenwording gevallen zijn, maar het is inmiddels zo dichtbij gekomen, dat we het al meer gaan onderscheiden. Nieuwe ontwikkelingen dienen zich aan, bekende en vreemde zaken zullen we op onze weg tegenkomen, oude en nieuwe mogelijkheden zullen worden aangegrepen. De R.B. maakt zich op om deze interessante tijd, die voor ons ligt, voor haar lezers te begeleiden. Dat zal niet eenvoudig zijn en we zullen in die functie ongetwijfeld wel eens te kort schieten, maar het is aller inspanning waard! Namens de redactie: Mr. Jan R. Haverkamp, hoofdredacteur.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 4