vanaf de tribune 37 Onder deze kop zal voortaan de plaats gevonden worden, waar de lezers aan het woord kunnen komen. Opmerkingen, me ningen, vragen en, ja dat ook, kritiek op zaken die ons blad, onze organisaties of aanverwante zaken raken, zullen al dan niet vergezeld van een commentaartje van de redactie, hier voor het voetlicht kunnen komen. Wij hebben nogal wat verwachtingen van deze rubriek, maar of die vervuld worden ligt aan de lezers zelf. Daarom: spreek het uit en schrijf het op! Voor de goede orde: de redactie behoudt zich het recht voor om een ingezonden stuk te bekorten. De commercialiteit zal in onze bank-orga- nisatie in de toekomst een van de belang rijkste aspekten moeten gaan worden. Men kan hierover verschillend denken maar een andere weg zal er niet zijn gezien de concurrentie-verhoudingen. Sociale aspekten moeten en kunnen wij niet uit het oog verliezen, mede gezien vanuit de struktuur van onze organisatie, maar het totale zakendoen vraagt een ge heel andere aanpak als wij gewend zijn. Deze zakelijke elementen vinden wij on voldoende terug in alle geledingen van de bank, zowel op bestuurlijk, direktie, als op personeelsterrein. Wij moeten ons voldoende realiseren dat, willen wij ons in de door ons opgebouwde markt voldoende handhaven en uitbouwen, dit een zeer belangrijke doelstelling moet zijn. In de praktijk worden wij dagelijks ver schillende malen gekonfronteerd met niet voldoende zakelijk opstellen van onze bankmensen. Dit vloeit mede voort uit het feit, dat men met dit bijltje in het verleden nog maar weinig gehakt heeft. Als we ver schillende kontaktmogelijkheden nagaan waar de bank in aanraking komt met het publiek, zoals balie, in persoonlijke ge sprekken en per telefoon, dan blijkt veelal weer dat wij ons maar nauwelijks van onze passieve instelling kunnen losmaken, door de klant op een korrekte zakelijke manier te benaderen. Om in deze een gepast eigen initiatief te nemen is haast een uit zondering. Om hierin verandering te bren gen, zullen wij „op alle fronten" een ge heel ander beleid moeten voeren. Dit pro ces vraagt een zeer lange tijd om onze mensen aan deze gewijzigde tijdsomstan digheden gewend te doen raken. Het punt opleiding neemt hierbij wel een bijzondere plaats in. Zowel in theorie als in praktijk zal de opleiding van onze bank mensen andere wegen moeten inslaan. Het belangrijkste blijft natuurlijk de vorming op de bank. Wij kunnen niet volstaan met onze personeelsleden een opleiding te laten volgen, en dan deze mensen maar verder op eigen initiatief in de „frontlinie" te laten werken. Een en ander vraagt van direktie en afdelingshoofden dagelijks veel inspanning in de vorm van begeleiding, overleg, takt en organisatievermogen. H. G. J. Cunnen Directeur Boerenleenbank Venray Naschrift redactie: Wat de heer Cunnen schrijft is zeer belang rijk. Met zijn bedoeling zijn we het eens: een gezond zakelijke aanpak is nodig. Het woord „commercialiteit" vinden we minder geslaagd. Dat roept bij ons beelden op die de coöperatie vreemd zijn, want deze is toch meer dan alleen maar zuiver zakelijk. We verwijzen u ook naar het artikel over planning en marketing elders in dit num mer, dat u uit het hart gegrepen zal zijn.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 39