30 een interview rffpi t KM Het Amstelveens Weekblad bracht op 25 november een uitgebreid interview met de heer Raadschelders. Men komt na de le zing van dit artikel licht in de verleiding om het in zijn geheel over te nemen, om dat de scheidende directeur van de Am- stelveense bank er een aantal behartens- waardige dingen in zegt over zijn werk en over de maatschappelijke vraagstukken van vandaag. In de inleiding van het interview wordt gesteld, dat Raadschelders de Raiffeisen- bank tot een begrip heeft gemaakt in Am stelveen en omstreken. Gevraagd naar zijn jeugd en de gebeur tenissen die van invloed zijn geweest op zijn latere leven antwoordde hij, dat zijn sollicitatie bij de bank niet bepaald dat gene was wat hij als jongen had geam bieerd. Door zijn slechte gezondheid was het beroep van zijn vader - bakker - voor hem niet weggelegd en hij moest het „kalmer aan doen". Zijn fantasieën gingen van onderwijzer tot burgemeester. Het werd jongste bediende bij de bank. Veel zelfstudie maakte hem na enkele ja ren tot de allround kracht aan wie men - eerst tijdelijk, later definitief - de functie van directeur gaf van de in de dertiger jaren nog sterk agrarisch gerichte bank. Een tijdperk, waarin vooral de werkloos heid en de prijsvorming in de agrarische sector veel problemen opleverden en de jonge directeur midden in het maatschap pelijke leven kwam te staan en zich inzette voor de agrariërs en hun positie in de volkshuishouding, juist in die jaren zo sterk ondergewaardeerd. Werken bij de coöperatieve bank brengt, zo zei de heer Raadschelders desgevraagd, twee dingen mee: volledige dienstbaarheid en een stuk idealisme. Hij heeft steeds ge probeerd waar te maken, hetgeen de or ganisatie uitdraagt: geld van de gemeen schap via de bank weer terugbrengen bij die gemeenschap om de leefbaarheid te vergroten. De heer Raadschelders heeft voor zijn op stelling in de maatschappij veel steun ge had aan zijn geloof. Hij kan zich echter indenken dat vele jongeren onkerkelijk zijn, omdat ze de ouderen verwijten, dat ze niet veel terecht hebben gebracht van de maatschappij. Begrippen als werkgever en werknemer vindt hij erg ongelukkig gekozen als ze gebruikt worden om twee tegenover elkaar staande groepen te benamen. Hij is voor uitvoerig overleg, maar stelt wel dat de man die de volle verantwoording draagt ook de beslissing moet nemen. De directeur is overigens allang niet meer het visitekaartje van een bedrijf. Het eerste contact is er bij onze banken bijvoorbeeld steeds met de medewerkers van de balie. Hij heeft altijd met plezier gewerkt en me de gelegenheid gekregen iets te zijn voor de gemeenschap, omdat de snelle ontwik keling van Amstelveen kansen gaf op vele gebieden. Bestuur en Raad van Toezicht van de bank boden hem steeds alle kans zijn werk naar eigen inzicht te verrichten. Hij vindt de acties tegen de milieuveront reiniging bijzonder waardevol en gelooft niet, dat we bergafwaarts gaan. Uit alles wat thans wordt gedaan zal een zeer leef baar milieu tevoorschijn komen. Hij is er dankbaar voor, dat hij nog veel prettige dingen kan gaan doen in zijn vrije tijd. Blijft naast het uitleven van zijn hob by's toch nog veel maatschappelijke func ties bekleden. Doet dat in de overtuiging dat zijn opvol ger kan rekenen op de steun van een jonge en enthousiaste staf. Links:Buurman" Dreschter, directeur van de Raiffeisenbank Sloten-Badhoevedorp in een tête a tête met mevrouw Raadschelders. Rechts: Samen gauw de oorkonde lezen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 32