„verkoop" van bankdiensten inspraak 27 Geopend WW 900 «001» zijn even zovele noodzaken tot verdieping van het cliënt gericht zijn, het marketing-georiënteerd zijn van onze organisatie. In de achter ons liggende jaren heeft vooral een goede opvang van de nieuwe cliënten, die in grote kwantiteiten relatie werden van de aangesloten banken, bijzondere aandacht gekregen. In de komende jaren zullen het echter vooral kwaliteiten zijn, waar het accent op moet liggen. De verhoging van de kwaliteit van onze dienstver lening, waardoor we nog beter onze inspanningen kunnen richten op de specifieke behoeften van de diverse groepen cliënten, zal slechts verkregen kunnen worden door voortdurend het oor te luisteren te leggen bij zowel het bedrijfsleven als bij de consumenten. Het is voor de aangesloten banken van groot belang te weten wat de cliënten en de potentiële cliënten in het eigen werkgebied qua dienstverlening van de bank verwachten en welke prijs hiervoor kan worden gevraagd. Vooral ook aan dit laatste zal grote aandacht moeten worden besteed, omdat door een minder juiste prijszetting van dit moment (privérekeningen e.a.), de rentabiliteit van onze organisa tie danig onder druk wordt gezet. Ook de diverse sectoren bij de Centrale Banken hebben grote behoefte aan gericht marktonderzoek, omdat zij in staat moeten zijn de dienstverlening van onze organisatie tijdig aan nieuwe omstandigheden en nieuwe mogelijkheden in de markt aan te passen. Bij dit aanpassen is het zeer belangrijk de kennis en grote ervaring van de directeuren van de plaatselijke banken en hun medewerkers erbij te betrekken. Nadat de dienstverlening van onze organisatie zo goed mogelijk is afgestemd op de wensen van de consument en de prijsbepaling een redelijke rentabiliteit oplevert, komt de andere kant van de „marketing-medaille" boven liggen, namelijk de wijze waarop deze dienstverlening aan de consument, aan onze cliënten, moet worden aangebo- Onze banken samen naar de markt! (veiling Poeldijk) den. Niet alleen de publiciteit speelt hierbij een grote rol, maar vooral ook de wijze waarop de medewerkers van de aangesloten banken de cliënten, i.c. bedrijven en de consumenten, met onze dienstverlening benaderen. An- derssoortige bedrijven als de onze zouden deze proble matiek aanduiden met de woorden: ,,de wijze waarop de produkten moeten worden verkocht" of „aan de man moeten worden gebracht". Deze termen zijn echter in het bankwezen nog weinig gebruikelijk. Bij de „verkoop" in het bankwezen is het van groot belang ervoor te zorgen dat het menselijke contact van bankfunctionaris ten opzichte van cliënt op de juiste wijze plaatsvindt. Financiële zaken vormen voor de meeste mensen immers een zeer gevoelig punt. Het is duidelijk dat in de komende tijd veel zal moeten gebeuren op het gebied van „commerciële instructie" (aanleren van verkoopvaardigheden) aan de medewer kers bij de aangesloten banken. Het voorafgaande samenvattend kan worden gesteld dat marketing een wijze van „zaakvoeren" is, waarbij als uitgangspunt worden genomen de wensen en behoeften van de cliënten en de potentiële cliënten (voor onze organisatie zijn dit zowel consumenten als bedrijven). Een zodanig beleid veronderstelt, dat men begint met het oor te luisteren te leggen (marktonderzoek) bij de afnemers van onze diensten. Dit is dan bepalend voor de aard en inhoud van de dienstverlening, voor de samenstelling van het assortiment, alsmede voor de wijze waarop de diensten aan de cliënten worden aangeboden. Men kan ook zeggen dat marketing een wijze van bedrijfsvoeren is, waarbij men „communiceert" met de cliënt. Men geeft als het ware de cliënt inspraak in het bedrijfsbeleid. Zo ging onlangs een van de grootwinkelbedrijven in ons

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 29