marketing en planning: cliënt-gericht bedrijfsbeleid prettig winkelen' bij onze banken wensen en behoeften veranderen 26 drs. p. e. a. m. van campen Het coöperatieve bankwezen in Nederland - zoals dat praktisch geheel wordt gevormd door de Raiffeisenorga- nisatie en de Boerenleenbankorganisatie gezamenlijk - heeft de laatste twintig jaar een enorme expansie doorge maakt. Deze expansie kon worden bereikt doordat de aangesloten banken en de Centrale Banken op tijd hebben ingespeeld op de sterke welvaartstoename, die alle lagen van de bevolking ten deel is gevallen. Dit tijdig inspelen is onder meer mogelijk geweest omdat onze organisatie van oorsprong sterk gericht is op de consument, vroeger de spaarder en tegenwoordig de cliënt/relatie, die behoefte heeft aan tal van bankdiensten. In dit opzicht - dat wil zeggen bij het op de cliënt gericht zijn ofwel „marketing-georiënteerd" zijn - kan een parallel worden getrokken met de fantastische ont wikkeling die andere op de consument gerichte organisa ties, zoals V D, C&A en Albert Heijn in ons land en Kaufhaus, Innovation en Migros in het buitenland, om er maar enkele te noemen, hebben doorgemaakt. Het typische marketing-georiënteerd zijn van onze organi satie wordt duidelijk indien men kijkt naar de wijze waarop wij deze expansie wisten „los te slaan". Zie het vestigingsbeleid door de aangesloten banken, het publici- teitsbeleid dat door de aangesloten banken en de Centrale Banken gezamenlijk is gevoerd en last but not least de vriendelijke wijze waarop onze cliënten worden behandeld door de directeuren van de aangesloten banken en hun medewerkers. Dit en vele andere minder zichtbare activiteiten hebben geleid tot een zodanig imago van onze bankorganisatie, dat enige miljoenen mensen in Nederland het prettig vinden bij onze banken te komen „winkelen" en dat een groot aantal bedrijven zich graag door ons laten bedie nen. Kortom: het bankieren gaat ons niet slecht af. Toch is het noodzakelijk het cliënt-gericht zijn van onze organisatie verder te intensiveren. Dit intensiveren is echter niet gemakkelijk tot stand te brengen. Van groot nut hierbij kan een afdeling op centraal niveau zijn, die de aangesloten banken en de diverse werkgebieden, c.q. (hoofd)afdelingen van de Centrale Banken kan bijstaan bij deze noodzakelijke intensivering van hun marketing- georiënteerd zijn. De hierboven genoemde afdeling is derhalve een service afdeling, die tot taak heeft te bevorderen dat ook in de toekomst door alle betrokkenen in de gehele organisatie (aangesloten banken en Centrale Banken) het marketing beleid op de juiste wijze kan worden gevoerd. Wat komt daarbij zoal kijken? Deze vraag sluit tevens aan bij de stelling die in het voorgaande werd geuit: Toch is het noodzakelijk het cliënt-gericht zijn van onze organisatie verder te intensiveren. Zoals gezegd kon door het marketing-georiënteerde denken, dat steeds te vinden is geweest in onze gehele organisatie, worden bereikt dat enige miljoenen mensen hun financiële zaken aan onze bankorganisatie toevertrouwden. Met recht kun nen wij dan ook onze slagzin voeren: „De bank voor iedereen". Het zal echter een hele kunst zijn om ook in de komende jaren deze leuze waar te maken, zowel voor de bestaande als voor de nieuwe cliënten. Evenals dit het geval is bij het bedrijfsleven, zal ook het bankwezen steeds meer rekening hebben te houden met de wensen en behoeften van haar (individuele) cliënten. Deze wensen en behoeften - die overigens per groep (segment) weer sterk verschillend zijn - veranderen voortdurend. Het bedrijf (de bank) dat in staat is steeds weer tijdig in te spelen op de veranderende en nieuwe behoeften van de cliënten, kan ook in de toekomst verzekerd zijn van een krachtige expansie. Een felle concurrentie van de kant van andere bankinstellingen in ons land (die ook aan marketing doen) en een steeds meer verzadigd raken van de markt van nieuwe cliënten,

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raiffeisen Boerenleenbank' | 1972 | | pagina 28