prijzen
24
f
rondblik in landbouw
kosten tot nog toe vaak een struikelblok voor fusies
bleek.
Dat zijn dus twee positieve geluiden voor de land- en
tuinbouw.
Het blijft toch een zeer moeilijk probleem met de
belastingen voor deze sector. Wanneer men naar de
belastingstelsels in de ons omringende landen kijkt, ziet
men dat daar een veel globaler systeem toegepast wordt,
dat in het algemeen voordeliger werkt naarmate bedrijven
hogere inkomsten weten te verkrijgen: de aanslagen van
de belastingen gaan namelijk forfaitair per hectare en op
basis van een gemiddelde opbrengst. In ons land wordt
ook voor de agrarische bedrijven het draagkrachtbegin
sel toegepast en dus hoe hoger het inkomen, hoe hoger
de belasting. Waar de structuurpolitiek van de regering
dus succes heeft, wordt het resultaat ervan door de
overheid ten dele weer afgeroomd.
Er ontstaan door deze verschillen in de belastingsyste
men van de E.E.G.-landen bijzonder scheve verhoudingen.
Dit werkt ook door wanneer men spreekt over de E.E.G.-
structuurpolitiek. Zo ziet men in Frankrijk geen enkel
probleem voor de grote bedrijven die nu een behoorlijk
rendement hebben; dat inkomen kan zonder meer voor
verdere investeringen worden gebruikt. In ons land komt
daar eerst de inkomstenbelasting; de aftrekregeling voor
zelfstandigen biedt wel enig soulaas, maar is nog niet te
vergelijken met wat in Duitsland en Frankrijk mogelijk is.
Het zou overigens niet juist zijn om andere landen zonder
meer na te volgen voor wat de belastingen betreft. Men
zou echter bij bedrijven, die door de ondernemers met
het persoonlijke vermogen worden gaande gehouden,
meer rekening moeten houden met met feit dat de
gemeenschap er geen belang bij heeft de inkomensbron
die het bedrijf is, te doen opdrogen. In de huidige fase
van de economie moet elk bedrijf blijven groeien om het
inkomen op peil te houden. Daarvoor zijn steeds meer
investeringen nodig.
Op het moment dat dit commentaar wordt geschreven, is
er nog weinig nieuws te melden over de prijspolitiek in
de E.E.G. Minister Lardinois toonde zich in de Tweede
Kamer weinig enthousiast over het zoeken naar een
zeker automatisme in de aanpassing van het agrarisch
prijsniveau, waarop de Europese Commissie en ook het
Landbouwschap aansturen. De minister wil vooral op de
marktomstandigheden letten.
In het Europees Parlement heeft men zich uitgesproken
over een verhoging van gemiddeld 8%. De heer Mans-
holt schijnt te denken aan een herziening van de
oorspronkelijke voorstellen van de Commissie en het in
de richting van 4 a 5% voor 1972/73 te zoeken. Eerst zal
er licht in de monetaire toestand moeten komen voordat
er voor de landbouwprijzen spijkers met koppen kunnen
worden geslagen.
Intussen is er in ons land wel enige beroering geweest
rondom de prijs voor consumptiemelk. Deze kan los van
E.E.G.-besluiten worden vastgesteld en toen de nationale
prijsbevriezing door het kabinet-Biesheuvel werd opgehe-