ambulante
melkhandel - geen
vetpot
drs. f. j. van doorn
Dat het bij de ambulante melkdetailhandel (zonder winkel) geen roompot is, bleek op
nieuw toen het Economisch Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf enkele maanden
geleden een studie publiceerde, gebaseerd op een honderdtal van deze bedrijven. Het
onderzoek had betrekking op het jaar 1969 en werd vervolgens aangevuld met ramingen
over 1970. De uitkomsten zijn teleurstellend. Van de groep onderzochte bedrijven viel
44 in de rode cijfers voor wat betreft het economisch resultaat, dit is de bruto-winst
minus de exploitatiekosten inclusief gewaardeerd loon van de ondernemer en zijn mee
werkende familieleden.
bevolkte gebieden verzorgd moeten wor
den en dikwijls met een gering succes.
De noodzaak om door omzetvergroting de
kostenstijging de baas te blijven, deed de
ambulante melkhandel er toe overgaan
steeds meer nevenartikelen te voeren. In
1967 bestond de omzet van de onder
zochte bedrijven voor ca. 15% uit neven-
Ook het melkdetailhandelbedrijf ziet de
omzet onvoldoende stijgen om zich te
weer te kunnen stellen tegen de groeiende
exploitatiekosten.
De basisprodukten melk en boter geven in
de loop van de jaren een dalende con
sumptie (in kg) per hoofd van de bevolking
te zien
melk
boter
kaas
melk
boter
kaas
1961
169,1
5,0
7,8
1966
157,3
4,0
7,8
1962
167,6
5,3
7,8
1967
156,4
3,3
7,7
1963
165,6
5,7
8,1
1968
153,0
2,5
7,9
1964
161,5
4,8
7.7
1969
154,9
2.8
8,0
1965
158,8
4,3
7,8
1970
149,0
2,8
8,2
(Detailhandelsbulletin 17-11-1971)
Daar komt bij dat de traditionele zuivel-
detailhandel steeds meer concurrentie on
dervindt van de niet-gespecialiseerde ver
kooppunten. Deze namen in 1970 naar
schatting 18% van de totale melkverkoop
voor hun rekening tegen 12% in 1967. Bij
de afzet van melkprodukten was dit aandeel
in twee jaar tijds gegroeid van 8 naar
17%. De traditionele melkhandel ziet de
totale consumptie van melk en room, van
boter en zelfs van margarine in hoeveel
heden gemeten langzaam dalen, terwijl het
aantal plaatsen waar deze produkten ver
kocht worden van jaar tot jaar toeneemt.
De ambulante handel heeft in de concur
rentiestrijd nog het voordeel dat zij dicht
bij de consument komt en zich snel kan
aanpassen aan nieuwe woongebieden.
Daar staat tegenover dat ook de dun-