11
Beheer en Hoofddirectie zijn organen waar besluiten
worden genomen terwijl Centrale Kring- en Ringvergade-
ringen alleen adviserende bevoegdheden hebben. Daarbij
is op de Raad van Beheer en de Hoofddirectie uiteraard
de plicht gelegd om over belangrijke organisatorische en
bancaire activiteiten altijd het oordeel in te winnen van
met name de Centrale Kringvergadering, een oordeel dat
allerminst aan bekendmaking wordt onttrokken. Ook de
Raad van Toezicht speelt in het adviseren een belangrijke
rol.
Ik gebruik bewust het woord „altijd", al weet ik, dat in de
discussienota over de nieuwe Centrale Bank op blz. 25
van „waar mogelijk" gesproken wordt. Over die woorden
zijn nogal wat opmerkingen gemaakt en ik vind het zeer
belangrijk dat we elkaar op het punt van het advies
vragen goed verstaan. Strikt genomen is „waar mogelijk"
het juiste. Zelfs ik kan er niet voor instaan dat „altijd"
nooit eens uitzondering zal lijden: het is denkbaar dat
een besluit eenvoudig niet uitgesteld kan worden en dus
niet op advies mag wachten. Ik sta er echter voor in dat
„altijd" de normale regel zal zijn. Een andere gedachte is
nooit bij mij opgekomen.
Het is duidelijk, dat beide organisaties de fusie in
principe voorstaan. Zou de uiteindelijke vorm een nog te
vinden compromis moeten zijn of rekent U erop dat de
thans in de discussienota's geschetste vorm met grote
eenstemmigheid zal worden aanvaard?
De heer Mertens:
Ik verwacht aanvaarding met grote eenstemmigheid. Ik
heb geen reden om daaraan te twijfelen, gezien de
oplossing die gevonden is.
En als iemand nou eens zou beweren, dat alle aangeslo
ten banken binnen enkele jaren formeel of praktisch in
bijkantoren van de Centrale Bank worden veranderd, zou
er dan veel kans op zijn, dat die bewering uitkomt?
De heer Verhage:
Geen schijn van kans. Dat zou een loze bewering zijn,
die loos alarm slaat.
De heer Mertens:
Precies. Daar zou niets van uitkomen.
De heer Verhage:
Wie daar behoefte aan heeft, mag ons op dit punt aan
onze woorden houden!
De heer Mertens:
Sommigen uit de Utrechtse banken denken kennelijk, dat
de plaatselijke banken van de Eindhovense organisatie
min of meer als bijkantoren fungeren. Dit is echter
volstrekt onjuist. Overigens laten de nieuwe modelstatu
ten en de statuten van de nieuwe Centrale Bank straks
wel zien, dat alles is voorkomen dat op gebrek aan
zelfstandigheid zou wijzen.
De heer Verhage:
Ik herinner me een vergadering van de Vereniging van
Directeuren. Daar kreeg ik ongeveer dezelfde vraag. Na
twintig minuten discussie, geloofde niemand meer, dat
zo'n negatieve ontwikkeling werkelijk zou dreigen. Toch
duikt - en daar erger ik me wel wat aan - sinds die
vergadering dat sprookje van die bijkantoren steeds weer
op, hoewel op bovengenoemde vergadering, waarvoor
nooit moeite gehad met de grote lijnen
de goede dingen zijn behouden
maar de Feyenoord-cup misgelopen.