10
V-
A JÊA4
zowel tijd als kopzorg
twee voorzitters beantwoorden vragen
hecht aan de autonomie van de plaatselijke bank, terwijl
in de Eindhovense organisatie het accent meer is gelegd
op de begeleiding, oftewel op de organisatie in haar
geheel. Deze verschillen bleken duidelijk uit de beide
Algemene Vergaderingen, uit de ring- en kringvergaderin
gen en uit de Centrale Ring- en Kringvergaderingen.
Mijn indruk is, dat mede door het werk van „de
achttien", men er in geslaagd is tegemoet te komen aan
de Utrechtse verlangens, zoals ze bleken te leven m.b.t.
de autonomie. Voorstellen in die richting zijn vrijwel
ongewijzigd overgenomen in de modelstatuten. Anderzijds
is ook de door de Eindhovense organisatie onderstreepte
begeleiding aanvaard.
Hieruit blijkt wel, dat de verschillen tussen beide organi
saties niet verontrustend zijn. De goede dingen, zoals die
bestaan in de organisatie van zowel Eindhoven als van
Utrecht zijn behouden gebleven in de ontworpen regelin
gen voor banken en nieuwe Centrale Bank. Dat is beslist
geen compromis of iets dergelijks, maar dat is het
samenbrengen van de goede dingen van beide organisa
ties.
De heer Verhage:
Ik deel de mening van de heer Mertens, dat de beste
kanten van de twee partners in de nieuwe opzet naar
voren komen. Ook ik noem graag een m.i. belangrijk punt
uit de discussienota's. Er is n.l. een scherpere scheiding
getrokken tussen de besluitennemende organen en de
organen, die een adviserende taak hebben. Raad van