9
De heer Mertens:
Opgave van de nieuwe Centrale Bank is juist de
verbetering van dit samenspel. Daartoe zijn al maatrege
len genomen, denk aan de districtskantoren en hun
directeuren. Ik verwacht beslist, dat het al bestaande
samenspel verder versterkt en waar mogelijk, verbeterd
zal worden. Wat het personeel betreft zal de nieuwe
werkwijze wel meevallen, mits er met tact, overleg en
zorgvuldigheid wordt gehandeld. Het personeel gaf ons
tot dusver zijn volle medewerking en heeft meerdere
malen verrassend snel goede initiatieven genomen of
uitgewerkt.
Bent U wel eens bang, dat U of de Hoofddirectie straks
door de grote omvang, het contact met personeel en
vooral met de aangesloten banken wat zou dreigen te
verliezen?
De heer Verhage:
Niet te ontkennen valt, dat dit een probleem is. Het doet
zich in iedere organisatie voor. Ik onderstreep echter
graag wat de heer Mertens op Uw vorige vraag ant
woordde. Aan het goede samenspel met de banken
hechten we zeer groot belang. We zullen ons daarvoor
inzetten.
Wat het personeel betreft denk ik aan de instelling van
de afdeling (werkgebied) Sociale Zaken. Alleen de naam
al duidt erop, dat we de aangelegenheden van het
personeel op een veel breder gebied dan tot nu toe
onder ogen willen zien. Ik herinner aan het preadvies
van prof. Lievegoed op de NIBE-dag van vorig jaar. We
willen de daarin aangegeven richting gaan, zij het wellicht
met een wat andere uitwerking.
Kunt U een of meer punten opnoemen, die naar Uw
mening tot de belangrijkste behoren uit de bekende
discussienota's?
Boven: dr. A. J. Verhage.
Onder: de heer G. G. A. Mertens.
nicatie met de plaatselijke banken belangrijk is, zowel in
Utrecht als in Eindhoven dienen te zijn gevestigd, terwijl
andere afdelingen uit doelmatigheidsoverwegingen in één
van de drie kantoren worden gevestigd.
Zou het veel tijd vergen vóór het samenspel met de
aangesloten banken en ook intern tussen het personeel
van de ene Centrale Bank met zijn drie kantoren zonder
schokken verloopt?
De heer Mertens:
Dat kan ik zeker. Ik noem vooral de verhouding tussen
Centrale Bank en plaatselijke banken. Uit de discussies
is gebleken, dat de Utrechtse organisatie veel waarde