twee
voorzitters
beantwoorden
vragen
Eind november van het vorige jaar hebben de heren C. G. A. Mertens
en dr.A.J. Verhage zich een uurtje voor de redactie van de Raiffeisen
Boerenleenbank willen vrijmaken om een aantal vragen te beantwoor
den. Beide heren vervullen een voorzittersfunctie in de Coöperatieve
Raiffeisen-BoerenleenbankW.A. De heer Mertens is voorzitter van de
Raad van Beheer, en de heer Verhage van de Hoofddirectie. Het is ook
geen geheim, dat zij beiden, juist door hun persoonlijk contact, de
stoot hebben gegeven tot de ontwikkeling, die gericht is op volledig
samengaan van de beide organisaties in de naaste toekomst.
8
Kost dat samengaan tussen beide organisaties U veel tijd
en kopzorg
Meer dan U had gedacht?
De heer Verhage:
Wel veel, zowel tijd als kopzorg, maar eerlijk gezegd niet
meer dan verwacht.
De heer Mertens:
Mij gaat het net zo. Nu onderling de functies verdeeld
zijn, kan ik beter bekijken, wat als taak op mijn lijstje
staat.
Gaan de zaken tot nu toe (eind november) naar verwach
ting?
De heer Mertens:
Ja, inderdaad. De ontwikkeling - ik bedoel nu gezien
vanuit de beide organisaties is zeker naar verwachting
geweest en ik acht deze organisatorische kant dan ook
bevredigend. De Commissie van 18 heeft voortreffelijk
gewerkt. Natuurlijk, men moest elkaar eerst wat leren
kennen, maar al snel bleek, dat de wil tot samen
werking bij allen aanwezig was en dat de opvattingen
over de fusie parallel liepen. Er zijn wel verschillen, ook
dat is natuurlijk, maar over het einddoel is men het
eens.
De heer Verhage:
Ook ik ben tevreden over de gang van zaken, maar ik
moet wel zeggen, dat ik tot mijn verrassing bemerkt heb,
dat zelfs velen onder degenen, die sterk op samengaan
aandrongen, zich tevoren zo weinig verdiept blijken te
hebben in de daarbij opkomende vraagstukken en moei
lijkheden.
Technisch gaat alles naar wens. Gebleken is dat met
name het technisch samengaan zonder degelijke voorbe
reiding niet mogelijk is; vandaar de tot op heden
genomen maatregelen. Het samenspel binnen en tussen
Raad van Beheer, Hoofddirectie, Directeuren, Onder
directeuren en staffunctionarissen is uitstekend, ja boven
verwachting goed.
De huisvesting in Amstelveen heeft wel wat problemen
opgeworpen, vooral omdat we in het begin geen idee
hadden van het aantal mensen, dat daar zou moeten
zitten. De zo juist betrokken ruimte is te klein. Daarom is
Kronenstede aangekocht, en we zullen snel een prognose
maken van de bezetting in Amstelveen op langere
termijn.
Hoe ziet U in grote lijnen straks de taken van de
kantoren in Amstelveen, Utrecht en Eindhoven?
De heer Verhage:
Om een mogelijk opduikend onjuist woordgebruik meteen
maar de kop in te drukken, wil ik uitdrukkelijk zeggen,
dat Amstelveen beslist geen „hoofdkantoor" is. Amstel
veen moet men zien als de zetel van de Hoofddirectie,
als managementscentrum. Er zijn drie kantoren: het
hoofddirectiekantoor en twee uitvoerende kantoren, de
laatste te Utrecht en Eindhoven.
De verschillende afdelingen zijn of worden gespreid over
Utrecht en Eindhoven, met dien verstande dat soms de
voorkeur is gegeven aan vestiging op één van de drie
zetels. Uitgangspunt is dat afdelingen, waarvoor commu-