'hn niin'^i wjl iiiilinillTlllUHIl1!! het structuurbeleid bij te betrekken. Bovendien kwam in een aantal monetaire crises in de E.E.G. tot uiting dat ook de economische integratie buiten de landbouw op weerstanden stuitte; minister Lardi- nois mocht zich bij dergelijke gelegenheden geluk- kig prijzen, wanneer door de invoering van een tijdelijke grensmaatregel althans het principe van de vrije markt voor de Nederlandse landbouw kon worden behouden. VOORBEELD BELEID Op het gebied van het nationale beleid heeft minister Lardinois naast het behoud van de be staande structuurmaatregelen, de saneringsrege ling tot in zekere zin afgerond. Het ontwikkelings beleid is evenals onder minister Biesheuvel een voorbeeld-beleid gebleven en heeft niet gediend als tegenwicht voor de subsidies in de andere E.E.G.- landen. Minister Lardinois heeft vooral zijn kracht getoond op het fiscale vlak: betrekkelijk kleine ingrepen en correcties die voor de agrarische on derneming als zelfstandige onderneming toch van groot materieel belang zijn. De heer Lardinois is wat dat betreft nog niet aan het einde van zijn Latijn (belastingvrije pensioen reserve), maar de budgettaire beperkingen gaan steeds meer knellen. In de periode-Lardinois ten slotte is ook een dui delijke kentering gekomen in het tuinbouwbeleid. De tuinbouw, die in de naoorlogse jaren allengs een einde heeft gemaakt aan de wettelijke maat regelen voor produktie en afzet, groeide met de welvaart mede. De tuinbouw vroeg slechts om ruimte ten einde zo te kunnen profiteren van de groeiende afzet met produkten van steeds grotere kwaliteit welke steeds regelmatiger konden worden aangevoerd. De fruitteelt was de eerste, die kennis maakte met een moordend overschot, veroorzaakt door ongebreidelde aanplantingen in andere E.E.G.- landen met steun van de overheid. Minister Lardi nois kwam te hulp met rooipremies en kredietrege lingen. Andere sectoren van tuinbouw, met name de glastuinbouw, zijn geleidelijk klem geraakt in de tang van kosten en prijzen. Een plotselinge verho ging van de prijzen van stookolie was voor velen fataal ondanks de overbruggingsmaatregelen van de regering. E.E.G.-STRUCTUURBELEID Deze portrettengalerij zou niet volledig zijn wanneer daar dr. Mansholt niet in zou voorkomen. Deze Nederlander heeft dan wel geen directe ver antwoordelijkheid voor het Nederlandse beleid ge dragen na 1958, maar hij heeft vanuit Brussel een belangrijke invloed uitgeoefend. Toch heeft de Ne derlandse landbouw in de periode van de overschot ten het gevoel gekregen door Mansholt in de steek te zijn gelaten. De geleidelijke vrijmaking van het handelsverkeer en de prijstoenadering waren in de geest van wat men zich in ons land van de E.E.G. voorstelde al zou men het allemaal sneller en beter gewild hebben. Toen echter in 1968 de ministers van Financiën er blijk van gaven niet langer met het finan cieren van overschotten te willen doorgaan, greep de heer Mansholt deze overschotten aan om de noodzaak van een vérgaande structuurverandering in de E.E.G. te bepleiten. Dat zou ook geld kosten, maar een echt moderne landbouw, zo stelde Mans holt, zou geen overschotten produceren. In de ogen van de publieke opinie daalde door deze wijze van stellen het aanzien van de landbouw en voor de-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 9