WAT ONS
BEZIG
HOUDT...
TEN AFSCHEID
De lezer, die de laatste uitgave van de Raiffeisen-
bode doorbladert vindt in het hart van ons blad een
reproduktie van de eerste editie van de „Bode", ge
dateerd juli 1915.
De redactie heeft gemeend met dit facsimile uit
het prille begin de afsluiting van ons maandblad te
moeten markeren.
Bovendien kreeg een aantal bijdragen in ons de
cembernummer een historisch karakter. Naast een
afsluitende bijdrage van onze gewaardeerde histo
rieschrijver, werd in het kader van de financiële ru
briek een beschouwing gewijd aan een tweetal jaar
verslagen van De Nederlandsche Bank uit de jaren
1914-1916
De schrijver van het landbouwcommentaar is in
de meer recente geschiedenis gedoken en volgde
de ministers van landbouw bij hun beleid gedurende
de 10 achter ons liggende jaren.
Terugkerend tot de reproduktie van de Raiffeisen-
bode van juli 1915, welke in ons blad is opgenomen,
kan worden vastgesteld dat er in de loop der jaren
wel het één en ander veranderd is, zowel in tech
nische als in redactionele zin.
Technisch gezien is er steeds weer aan het pro-
dukt Raiffeisenbode geschaafd, steeds meer werd
gebruik gemaakt van fotomateriaal om de tekst te
verluchtigen. Daarnaast werd de laatste tijd meer en
meer gewerkt met tekeningen. De opmaak van het
blad werd aan de eisen van de moderne tijd aange
past, terwijl de omslag tenslotte werd verfraaid met
een van maand tot maand wisselende foto.
Redactioneel gezien is de belangstelling van de
genen, aan wie de Bode werd toevertrouwd, breder
geworden. Dit stemde geheel overeen met het ver
brede werkterrein van onze banken en met de rui
mere functie die het blad geleidelijk kreeg.
Een aantal steeds weer terugkerende rubrieken,
zoals de financiële rubriek, de landbouwrubriek,
onze belastingen, vraag en antwoord en een mid
denstandsrubriek vormden de pilaren, waaromheen
het blad maand na maand werd opgetrokken.
Daarnaast gaven ook de meer incidentele bijdra
gen blijk van het streven het buitengebeuren te wil
len volgen.
Met deze beschouwing over het veranderde pa
troon van het blad wordt niet gesteld dat wij het
oude afwijzen. Het tegendeel is waar. Met name de
wijze waarop het blad functioneerde als blad van de
organisatie dwingt ons respect af.
We willen echter geen weemoedige blik op het
verleden slaan, maar onze blik op de toekomst rich
ten.
De nieuwe hoofdredacteur staat klaar voor de
start van zijn nieuwe blad. Wij wensen hem en zijn
medewerkers veel succes toe en danken nogmaals
al degenen die aan de Raiffeisenbode hebben mee
gewerkt.
Drs. F. J. van Doorn
502