onze belastingen
regeling geldt, geacht minimaal te bedragen
150,—.
Bij aanwezigheid van inkomsten uit tegenwoor
dige arbeid wordt de aftrek gesteld op 4 van de
inkomsten uit tegenwoordige arbeid met een mini
mum van 200,en een maximum van 800,
Kan de belastingplichtige aantonen dat de werke
lijke aftrekbare kosten meer bedragen, dan wijkt
deze forfaitregeling en wordt bij de bepaling van de
zuivere arbeidsinkomsten rekening gehouden met
de werkelijk gemaakte kosten.
Het algemene arbeidskostenforfait is losgekop
peld van het reiskostenforfait.
Dit houdt onder meer in, dat de kosten van het
reizen huis-werk noch tot hun werkelijke noch tot
hun forfaitaire bedrag in het algemene arbeids
kostenforfait opgaan of het bedrag der aftrekbare
kosten boven dat forfait uit kunnen tillen. Worden
inkomsten genoten wegens tijdelijke arbeidsonge
schiktheid of uitkeringen genoten ingevolge de
Werkeloosheidswet dan worden deze inkomsten
gelijkgesteld met inkomsten uit tegenwoordige ar
beid.
Deze uitbreiding is vooral van belang voor de toe-
oassing van de loonbelastingtabellen door de be
drijfsverenigingen.
Bepaald wordt dat ook de arbeidskostenregeling
afzonderlijk wordt toegepast op de zuivere inkom
sten welke van de zijde van de echtgenote van de
belastingplichtige opkomen.
De aftrekbare kosten bij inkomsten uit arbeid zijn
o.a.:
a. contributie voor vakvereniging (óók kosten van
bezoek aan vakbondscongres;
b. kosten voor gereedschappen;
c. kosten voor dienst- en beroepskleding;
d. kosten voor kantoor aan huis (ook kosten voor
studeerkamer, indien voor functie noodzakelijk);
e. kosten voor het op peil houden van vakkennis,
welk op peil houden niet is beperkt tot het op
frissen van de kennis, die voorheen werd ver
worven, doch mede omdat de aanvulling van die
kennis, welke door de ontwikkeling van het vak
wordt geboden om de vakbekwaamheid niet te
doen verminderen, hetgeen de verwerving van
nieuwe kennis op het gebied van het vak insluit.
De kosten ter opleiding voor een beroep vallen
niet onder de arbeidskosten (verwervingskos
ten), doch onder de buitengewone lasten (zie
hierna);
f. verhuiskosten, noodzakelijk geworden door het
aanvaarden van een dienstbetrekking elders. Zij
zij zijn alleen aftrekbaar, voor zover de kosten
redelijkerwijs niet konden worden vermeden en
een geldelijk verlies betekenen. Voor zover
tegenover deze kosten waardevertegenwoordi-
gende zaken zijn verkregen, zijn ze niet aftrek
baar.
REISKOSTEN
Aangezien het onderwerp reiskosten in het alge
meen een vast gegeven is, dat aan het einde van
het jaar niet meer te beïnvloeden is, komen wij in
een later stadium hierop nog terug.
BUITENGEWONE LASTEN
Voor elke buitengewone-lastencategorie is er een
eigen aparte drempel die overschreden moet wor
den, waarna slechts het meerdere aftrekbaar is.
Deze buitengewone-lastencategorieën zijn:
a. uitgaven voor levensonderhoud van naaste fa
milieleden;
b. studiekosten;
c. gezamenlijke uitgaven voor kosten van ziekte
(waaronder ziekenfondsen en andere ziektever
zekeringen), kosten van bevalling, invaliditeit en
overlijden en in beperkte mate adoptie- en dieet
kosten.
a. Levensonderhoud van naaste familieleden:
Uitgaven voor levensonderhoud van naaste fa
milieleden zijn aftrekbaar voor zover zij hoger
zijn dan 1 van het onzuiver inkomen of, zo dit
minder is, hoger dan 200,
b. Studiekosten:
Studiekosten zijn aftrekbaar na een korting met
1 van het onzuiver inkomen, doch met ten
hoogste f 200,
c. Gezamenlijke uitgaven voor ziektekosten, enz.
Gezamenlijke uitgaven voor ziektekosten, enz.
kunnen slechts worden afgetrokken voor zover
zij incl. de premie voor ziektekostenverzeke-
532