Aspec ten van de aansprakelijkheid
van de individuele boer
als gevolg van structuurwijzigingen
en de diversificatie
bij landbouwcoöperaties
AANSPRAKELIJKHEID
Onder deze titel hield de heer R. C. Nijmeijer,
onderdirecteur van de C.C.R.B., een inleiding op de
jaarvergadering van het Instituut voor Landbouw
coöperatie voor de provincies Gelderland en Over
ijssel op 19 november jongstleden.
Hierna geven wij een korte samenvatting van
het besprokene.
SCHAALVERGROTING EN DIVERSIFICATIE
Ook landbouwcoöperaties kunnen zich niet aan
de maatschappelijke en economische ontwikke
lingen onttrekken. Zij hebben te maken met:
a. concurrentie van andere bedrijven en van ver
vangende produkten. De uitbreiding van de
E.E.G. zal eveneens een strijd om de markt uit
lokken.
b. een toenemende internationalisering van de
markten, wat mede uit het sub a. genoemde
mag blijken. Deze internationalisering geldt ook
voor produkten van land- en tuinbouw.
c. de noodzaak een zo groot mogelijk markt
aandeel te krijgen.
Dat alles houdt in dat men bij het leiding geven
aan de coöperaties van het vroegere „naar binnen
kijken" thans meer en meer „naar buiten" moet
kijken.
Het gehele scala van ontwikkelingen kan men
karakteriseren met de termen: schaalvergroting en
diversificatie.
Om schaalvergroting en diversificatie te kunnen
verwezenlijken, dient zowel het management als de
financiële positie van de coöperatie sterk te zijn.
Dat laatste is met name nodig omdat in het al
gemeen zowel door schaalvergroting als door di
versificatie een belangrijke financieringsbehoefte
ontstaat, terwijl de afstand boer-coöperatie erdoor
toeneemt.
Dit temeer omdat de overstap naar branche
vreemde produkten zich vaak aan het oordeel van
de leden onttrekt.
Wanneer de coöperatie dan voorts ook nog
integratiegaranties afgeeft, levende have finan
ciert, of zich als borg verbindt voor een of meer
van haar leden, dan zal het duidelijk zijn dat de
coöperatie aldus aanzienlijke risico's loopt. Risico's
waarvoor in het algemeen de leden gezamenlijk
aansprakelijk zullen zijn.
Ook het deelnemen van coöperaties in N.V.'s
met niet volgestorte aandelen bevordert voor
de leden de doorzichtigheid van de coöperatieve
activiteit niet.
Historisch gezien was de onbeperkte aansprake
lijkheid van de leden noodzakelijk om de coöpe
ratie kredietwaardig te doen zijn. Immers ten tijde
576