DRUKKERIJ-HOONTE DE RAIFFEISEN-BODE. INGEZONDEN BIIDRAGEN. Utrecht, Interc Tel 1774 ADVERTENTIÈN. 6 Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. De verkiezingen op de Algemeene Vergaderingen. Volgens de wet op de Coöpera tiever vereenigingen moeten de be stuursleden eene'r coöperatie door de leden worden gekozen. Als wij echter nagaan hoe de ver kiezingen geregeld zijn, dan blijkt dat er van die bepaling een eigen aardig gebruik gemaakt, wordt, want al is het waar dat ieder buiten de aanbeveling iemand kiezen mag, het staat voor ieder vooraf als een paal boven water dat de verkiezing reeds zijn beslag heeft zoodra de aanbeveling is opgemaakt. Hoewel dus de wettelijke voor schriften niet rechtstreeks worden ontdoken, zijn zij toch volmaakt krachteloos gemaakt en men kan gerust zeggen dat ondanks de dwin gende wettelijke bepaling, niet de leden het bestuur kiezen, maar het bestuur zichzelf aanvult, in overleg met den R. v. T. Waar zich eene dergelijke ernsti ge wetsontduiking-langs-een-omweg voordoet, is het niet overbodig eens na te gaan of daarvoor de noodza kelijkheid aanwezig is en of het vol gen van den wettelijk aangewezen weg de vereen iging in gevaar zou brengen. Ik erken dadelijk dat er ernstige motieven aanwezig zijn, of althans geweest zijn, die er toe hebben kun nen leiden de tegenwoordige wijze van verkiezen in te voeren. Eene zoo groote organisatie met zoo tal van afdeelingen over het heele land verspreid, geeft bij eene verkiezing van een bestuurslid, als dit eene geheel vrije verkiezing betreft, een zoo hopeloos beeld van verwarring, dat die wijze van stemmen als ge- heèl onbruikbaar gerust kan worden terzijde gesteld. Maar er zijn twee uitersten. En in het andere uiterste is de organisatie thans vervallen. Het 'is volstrekt geen verkiezing meer. Het is een bloote formaliteit geworden. Ik ben al weer geneigd te erken nen dat het zijne redenen kan heb ben dat het bestuur geen onge- wenscnte personen in zijn midden Wil zien aangewezen. Het bestuur moet homogeen zijn en de leden moeten onderling met elkaar over weg kunnen. Maar ten opzichte van den Raad van Toezicht geldt dat toch niet. Het is natuurlijk wen- schelijk dat er ook in dat col lege eene goede verstandhouding heerscht, maar de noodzakelijkheid daarvan is minder dringend dan dit met het bestuur het geval is en wet tigt in ieder geval niet dat ook de Raad van l'oezicht zich zelf aanvult. En hoezeer ook een goede gang van zaken afhankelijk kan zijn van de meer of minder goede verstand houding die tusschen de bestuurs colleges onderling heerscht, gaat het toch in het algemeen niet aan de heele algemeene vergadering vergadering voor onmondig te ver klaren en de regelmg van zoo be langrijke aangelegenheden als het verkiezen van bestuursleden, geheel aan haai invloed te onttrekken. Er is nog een ander gevaar De moge lijkheid, de waarschijnlijkheid zelfs is aanwezig, dat zich bij de bestuurs colleges eene bepaalde richting van besturen vestigt die niet geheel in den geest is als de alg. vergade ring dat wensCht, welke richting steeds weer versterkt wordt en geen tegenwicht vindt in eene eenigszms andere zienswijze die bij vrije keuze misschien door de alg. vergadering aan de bestuurstafel zou zijn ge bracht. De homogeniteit in eene bestuurs college kan daarom ook te groot zijn. en de zittende leden hebben niet het recht aan een nieuw te kie zer lid andere eischen te stellen dan dat het een in ieder opzicht fatsoen lijk man is. Het afmaken van een candidaat met het machtwoord „on bekwaam" kan niet worden erkend, daar de alg. verg. niet alleen het recht van vrije keuze heeft, maar ook de verantwoordelijkheid daar van- draagt. Er zijn derhalve tal van redenen die het noodzakelijk maken dat met de tegenwoordige wijze van verkie zen van de leden van het bestuur en den Raad gebroken wordt. Men behoeft niet overijld te werk te gaan maar b.v. beginnen met de leden van den Raad op andere wijze te kiezen. Waar dat college weder de aan bevelingen maakt voor de vacatures m het bestuur, wordt indirect de invloed der alg. vergadering op de verkiezing der bestuursleden ver groot. Een geheel vrije .stemming leidt tot niets, maai waar de vorming van Ringen over het heele land toe neemt, daar behoort de candidaat- stelling door die Ringen te ge schieden. De Ringen kunnen daar toe onderling overleg plegen kun nen zich zelfs in verbinding stellen met den Raad van Toezicht of het bestuur als zij dat .wenschelijk ach- I ten. en men behoeft er volstrekt niet bang voor te zijn dat de alge meene vergadering haar .eigen zaak bederven zal; zij begrijpt volkomen den ernst daarvan Levert zeer spoedig alle voorkomende Drukwerken tegen uiterst billyke prijsberekening. Aalten. JOH. OBBINK. Controle op de Spaargelden. In het laatste nummer van „De Centrale Bank" doet de heer Vrij- landt eenige mededeelingen over de wijze waarop bij de bank te Bode- fraven de contröle op de spaargel- en wordt toegepast. Bij de beoordeeling van de con trolemiddelen heeft men echter niet alleen met een bepaalde bank tc rekenen, maar middelen aan te geven die algemèen bruikbaar zijn. Te Aalten wordt zitting gehouden drie dagen per week met totaal 15 uren per week, met dien verstande dat het kantoor niet wordt gesloten zoolang er nog menschen zijn en dat is oorzaak dat geregeld elke kan toortijd met minstens een half uur wordt overschreden. En alleen de positie van den kas sier is oorzaak dat heel wat zaken tusschentijds kunnen worden afge daan, anders- zouden de kantooruren nog aanmerkelijk moeten worden uitgebreid. Het gemiddeld aantal dagboek- jxisten bedraagt per jaar bijna 5000 het aantal uitgegeven spaarboekjes is ruim 1200. Zou men het ook mogelijk ach ten dat daai de directeur steeds aanwezig was? En acht men het mogelijk dat dan alle inleggers, ook al zijn ze nog zoo dringend aange schreven. op de verlangde tijden zullen komen met hun boekjes?Het is eenvoudig niet denkbaar. De men schen weten te goed dat hun tpj niet verschijnen toch geen straf treft. Wij hebben ook alle stadia door gemaakt en het is gebleken dat wat bij een bank met b.v. niet meer dan 500 of 600 spaarboekjes nog van een leien dakje loopt, soms niet meer uitvoerbaar is zoodra dat aan tal verdubbeld wordt. Men is dan wel genoodzaakt naar een middel te zoeken om minstens een keer fier jaar alle inleggers te bereiken. Aalten. TOH. OBBINK

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 28