kan er zelfs parkeerboetes en belastingschulden
mee betalen.
De ontwikkeling van het betaalchequeproject
blijkt uit onderstaande tabel:
aantal
aantal verstrekte
uitstaande betaal-
betaal- cheques
passen per maand
januari 1968
(1 maand na de introductie)
januari 1969
januari 1970
januari 1971
(uit. september 1971)
300.000 700.000
590.000 1.600.000
910.000 2.500.000
1.435.000 3.533.000
(1.717.000)
Een onderzoek van december 1968 wees uit, dat
26 van de betaalpashouders tot de frequente ge
bruikers konden worden gerekend, dat wil zeggen
dat zij één keer per week of vaker een betaalcheque
uitschreven. Dat percentage van 26 bleek in augus
tus van dit jaar gestegen te zijn tot 41.
Men heeft ook eens laten onderzoeken hoe ge
bruikers van betaalcheques dit betaalmiddel nu
eigenlijk beschouwen, namelijk als gewoon geld of
als een soort noodgeld, dat men achter de hand
heeft voor onverwachte uitgaven. Deze laatste op
vatting bleek slechts voor te komen bij degenen die
hun betaalcheques slechts weinig gebruiken; zij
schrijven over het algemeen een betaalcheque uit
wanneer zij voor een onverwachte uitgave worden
geplaatst waarvoor zij niet voldoende contant geld
bij zich hebben. Bij een meer frequent gebruik
echter blijkt de betaalcheque als gewoon geld te
worden beschouwd, waarmee men aankopen be
taalt die men tevoren van plan was te doen.
Een onderzoek onder detaillisten, gehouden in
1969, heeft geleerd dat over de betaalcheque in dat
jaar nog verschillend werd geoordeeld. Als een
groot voordeel zag men dat de betaalcheque de
plaats kon innemen van het kopen op rekening; over
de vervanging van de betaling met contant geld door
de betaalcheque waren velen toen nog wat minder
enthousiast. Men zag als een nadeel dat men zelf
over minder contanten de beschikking kreeg om de
nodige uitgaven te kunnen doen; uiteraard kan de
winkelier dit bezwaar ondervangen door zelf meer
met betaalcheques te werken.
MISBRUIK EN FRAUDE MET BETAALCHEQUES
Aangezien men in Nederland voor het gebruik
van gegarandeerde cheques een speciaal cheque
formulier ontwikkelde, heeft zich nimmer een geval
voorgedaan waarbij de betaalcheque was nage
maakt. Niettemin heeft de Stichting een omslagstel
sel ontworpen voor het geval dat betaalcheques
worden nagemaakt.
De gevallen waarbij misbruik met betaalcheques
werd geconstateerd betroffen hoofdzakelijk verlies
of diefstal van betaalcheques met bijbehorende be-
taalpas waarna de dief met de gestolen cheques
ging disponeren bij één van de banken.
Hoewel de bankcliënt bij vermissing van de be-
taalpas en -cheques volledig aansprakelijk blijft
voor de financiële gevolgen van eventueel misbruik,
heeft de Stichting in de meeste gevallen onverplicht
80 van het schadebedrag aan de gedupeerde re
keninghouders uitgekeerd.
GEAUTOMATISEERDE VERWERKING VAN
BETAALCHEQUES
De toenemende stroom van betaalcheques (in
1971 naar verwachting 45 miljoen stuks) maakte het
noodzakelijk dat de werkzaamheden met betrekking
tot de verwerking op korte termijn geautomatiseerd
werden.
Er werd een werkgroep gevormd bestaande uit
organisatiedeskundigen van de grote banken en de
Spaarbankbond die op full-time basis de gehele pro
blematiek met betrekking tot de geautomatiseerde
verwerking bestudeerde. Op grond van deze studie
heeft het Bestuur van de Stichting besloten dat de
geautomatiseerde verwerking van betaalcheques op
één centraal instituut de N.V. Bankgirocentrale
zal plaatsvinden. Dit betekent dat alle bijkantoren
van de banken alle door hen uitbetaalde betaal
cheques naar de Bankgirocentrale zullen moeten
zenden.
Aangezien het huidige betaalchequeformulier niet
geschikt is voor verwerking met optisch leesbare
apparatuur, werd een nieuw formulier ontwikkeld,
dat wat betreft formaat en papierkwaliteit gelijk is
aan de uniforme Eurocheque, die in de loop van
1972 door de drie Beneluxlanden zal worden inge
voerd.
DE BETAALCHEQUE EN DE UNIFORME EURO
CHEQUE
Reeds tijdens de eerste internationale Euro-
513