betaalchequeproject king vorm te geven door het oprichten van de Stich ting Bevordering Chequeverkeer. Het Bestuur van deze Stichting werd gevormd door de vijf oprich tende banken plus een lid dat benoemd werd door het Bestuur van de Nederlandse Bankiersvereni ging. Toegepast werd een uniform betaalcheque-formu lier. Het betreft hier een op naam gestelde niet- overdraagbare cheque, aanvankelijk gegarandeerd tot een maximum van 50,per cheque. Later is deze garantie verhoogd tot 100,— per cheque. Alhoewel verzilvering bij een bankinstelling mo gelijk is, staat het gebruik als betaalmiddel op de voorgrond. De kosten zouden ten dele goedgemaakt worden door de wijze van valutering. NATIONAAL PROJECT Al spoedig rees de vraag of het betaalcheque project niet beter voor alle banken zou kunnen wor den opengesteld. Het hieraan voor de initiatiefnemers klevende commerciële bezwaar werd gecompenseerd door het besef dat, indien men het betaalchequeproject tot een succes wilde maken men het van meet af aan als een nationaal project moest benaderen. Een dergelijke uitbreiding van de kring der deel nemers verscherpte het probleem van het ontstaan van obligo's over en weer omdat in omloop ge brachte betaalcheques te allen tijde betaald moe ten worden. Teneinde de risico's van schade voort vloeiende uit onverhoopte betalingsonmacht van een der deelnemers te beperken, werden eisen ge steld voor het toetreden van deelnemers. Als voor waarde voor toelating werd bepaald dat een deel nemer hetzij over een eigen vermogen diende te beschikken van tenminste f 25.000.000,hetzij gegarandeerd werd door een instelling met een dergelijk vermogen, hetzij zekerheid stelde voor haar verplichtingen als deelnemer in de vorm van een depot bestaande uit schatkistpapier, staats obligaties of obligaties Bank voor Nederlandsche Gemeenten. De spaarbanken, die tegelijkertijd met de banken een eigen spaarbankcheque introduceerden, hebben zich medio 1969 aangesloten bij de Stichting Bevor dering Chequeverkeer en sindsdien verstrekken zij aan hun cliënten ook de uniforme betaalcheque. De Stichting telt thans 47 deelnemers waarvan 21 over een eigen vermogen beschikken van meer dan 25.000.000,16 deelnemers hebben een garan tieverklaring overgelegd terwijl 10 deelnemers zekerheid hebben gesteld. Teneinde tegenover het publiek het gezamenlijke karakter van het betaalchequeproject te accen tueren zijn richtlijnen opgesteld waaraan deel nemende banken zich hebben te houden. In deze richtlijnen is onder meer bepaald dat betaalcheques en -passen een uniform uiterlijk hebben, waarbij wel ruimte is gelaten voor vermelding van naam en vig net van de uitgevende bank. Voorts is bepaald dat nooit meer dan 30 betaalcheques tegelijk aan één rekeninghouder mogen worden afgegeven. Aan min derjarigen beneden de leeftijd van 17 jaar mogen geen betaalpassen en -cheques worden verstrekt. Bij de introductie van het betaalchequeproject op 27 november 1967 werd de garantie van de betaalcheque gesteld op maximaal f 50,per cheque. Na een per eind 1968 gehouden marktonderzoek besloot het Bestuur van de Stichting Bevordering Chequeverkeer in juli 1969 het garantiebedrag te verhogen tot 100, PUBLICITEIT De introductie van de gegarandeerde betaal cheque is begeleid met een omvangrijke voorlich tingscampagne. Met de introductiecampagne was een bedrag van ruim f 1 miljoen gemoeid. Ook in 1968 en volgende jaren is veel aan publiciteit gedaan om het gebruik van betaalcheques te stimuleren. In het thans lo pende jaar hebben, met vrij grote frequentie, re clame-uitzendingen via de televisie plaats; een van deze reclameboodschappen is speciaal bedoeld om de huisvrouw te wijzen op het nut dat zij van betaal cheques kan hebben. Voor deze campagne is onge veer f 650.000,uitgetrokken. RESULTATEN EN ERVARINGEN Dank zij deze intensieve campagnes is het betaal chequeproject in korte tijd populair geworden, ledereen accepteert thans de betaalcheque; men 512

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 14