Op 18 november jongstleden,
tijdens een bijeenkomst van het Studiecentrum
voor Bank- en Financiewezen te Antwerpen,
hield drs. R. Manschot een voordracht
over het betaalchequeproject. Gaarne bieden wij
on^e lezers een verkorte weergave aan
van deze inleiding, die een beeld geeft van de
historische ontwikkeling en de problematiek
van deze eigentijdse bankdienst.
DE ONTWIKKELING
VAN HET
BETAALCHEQUEPROJECT
NIEUWE DIENSTEN VOOR LOON- EN SALARIS-
TREKKENDEN
Sinds het begin van de zestiger jaren is het aan
tal particuliere rekeninghouders bij de banken in
Nederland snel toegenomen. In die periode zijn de
banken zich in sterke mate gaan toeleggen op de
dienstverlening aan de grote massa van het publiek.
Nieuwe bankdiensten, gericht op de behoeften van
de loon- en salaristrekkenden en hun gezinnen, zijn
elkaar in snel tempo opgevolgd. Spaarmogelijk-
heden in diverse vormen werden geopend, evenals
de salarisrekeningen ook wel aangeduid met
privé- of betaalrekeningen. Aan deze rekeningen
werden weer faciliteiten verbonden zoals het ver
zorgen van periodieke betalingen door de bank, be
talen per bankgiro en de mogelijkheid van debet
stand op de rekening.
Van de zijde van het bedrijfsleven, met name van
de grotere bedrijven, waar het verrichten van con
tante loonbetalingen aanzienlijke complicaties ver
oorzaakte, werd aandrang uitgeoefend om te onder
zoeken of massale verwerking en uitbetaling langs
girale weg mogelijk zou zijn. Zolang er geen andere
oplossingen werden gevonden, betekende dit dat de
banken met een massa kleine disposities aan de
kas overstelpt zouden worden. Men diende om te
zien naar een vervangingsmiddel voor de talloze
dikwijls kleine contante disposities.
BETAALCHEQUE ALS SLUITSTUK
Eind 1967 werd een N.I.V.E.-rapport over de girale
loonbetalingen gepubliceerd, waarbij de gegaran
deerde betaalcheque als sluitstuk van de ontwikke-
510