de room is eraf
stedingen lag In 1970 134 hoger dan In 1960.
De prijsstijgingen zijn natuurlijk voor een be
langrijk deel de oorzaak van de geschetste waar
destijging, maar ook het indexcijfer van de hoe
veelheid is flink gestegen, en bedroeg in 1970, op
basis 1960 100, 164. Dat de ontwikkeling van
de vraag naar voedings- en genotmiddelen is
achtergebleven bij de totale ontwikkeling van de
vraag, zal geen verbazing wekken. Het aandeel
van brood in de totale consumptieve bestedingen
is teruggelopen van 2,2% (1960) naar 1,5%
(1969), voor banket en chocolaterie waren de cij
fers resp. 3,1 en 2,3%.
EXPLOITATIERESULTATEN
De steeds stijgende loonkosten in het banket-
bakkerijbedrijf leiden ertoe, dat er slechts een ge
ringe winst op de veelal arbeidsintensieve pro-
dukten wordt gemaakt. Om toch tot een redelijk
inkomen te komen, is men min of meer gedwongen
om bij iedere loonsverhoging te streven naar ho
gere omzetten.
Hierin blijkt men redelijk te zijn geslaagd. In
1969 was de gemiddelde omzet meer dan verdub
beld vergeleken met die van 1959. (Gemiddelde
omzet: f 166.000 tegen 77.200 in 1959). De bruto
winstmarge, waaruit de ondernemer zijn exploi
tatiekosten nog moet dekken, bedroeg in 1969 ge
middeld ongeveer f 95.700,hetgeen neerkomt op
57 van de omzet excl. B.T.W.. Bij kleinere be
drijven was dit overigens iets lager (55,7 bij
grotere bedrijven iets hoger (59,3
De exploitatiekosten, die bestaan uit alle be
drijfskosten plus het gewaardeerde loon, zowel
voor de ondernemer als voor de overige niet be
taalde krachten, bedroegen gemiddeld in 1969
61,1 Hieruit valt dus af te leiden dat het door
snee banketbakkersbedrijf in 1969 geen positief
economisch resultaat heeft weten te bereiken.
Slechts 24 van de bedrijven, veelal de grotere,
slaagde erin het ondernemersinkomen in vol
doende mate te laten stijgen.
Er is echter gegronde reden om aan te nemen,
dat de resultaten voor de banketbakkers in 1970
en 1971 gunstiger uitvallen.
Er heeft in 1970 een sterke omzetstijging plaats
gevonden 12%) en in 1971 is bovendien het
B.T.W.-tarief voor eigen banketbakkerijprodukten
van 12% op 4% teruggebracht. Hiertegenover
staat echter, dat men in 1971 niet meer gebruik
kan maken van de goedkope E.E.G.-boter en dat
de loonkosten wederom aanzienlijk zijn gestegen.
DE OMZETGROOTTE
Door een correlatieberekening met als varia
belen omzet en economisch resultaat, kan men
voor een bedrijf de kritische omzetgrootte bere
kenen, dat wil zeggen die omzetgrootte, waarbij
nog juist alle kosten zijn gedekt en dus noch winst
noch verlies wordt geconstateerd. Het beste line
aire verband tussen de omzetten en de economi
sche resultaten van de steekproefbedrijven van het
E.I.M. is:
economisch resultaat 9,4 van de omzet
f 19.000.
Hieruit volgt, dat de kritische omzet voor het
banketbakkersbedrijf in 1969 op ongeveer
f 200.000 lag bij een bezetting van 7 arbeids
krachten, waarbij de ondernemer en zijn echtge
note zijn inbegrepen. Daar de loonkosten onge
veer 42 van de omzet uitmaken, betekent iedere
verhoging van de lonen en sociale lasten een ver
dere verhoging van de kritische omzetgrootte.
De optimale bedrijfsgrootte voor de banket
bakkerij ligt bij ca. f 450.000. Bedrijfseenheden
van een dergelijke grootte komen echter spora
disch voor, men is eerder geneigd filialen te
stichten. Bovendien zal men voor een dergelijk
bedrijf een te grote klantenkring nodig hebben,
immers per hoofd van de bevolking wordt jaarlijks
ca. 20,in de banketbakkerswinkel besteed.
Gaat men nu uit van de kritische omzet van ca.
f 200.000, dan houdt een zaak met een dergelijke
omzet een klantenkring van 10.000 mensen, dat is
ca. 2.500 gezinnen in.
Bij een omzet van f 450.000 wordt de klanten
kring echter 22.500 personen; dit aantal zal even
wel zeer hoge reclamekosten met zich meebren
gen.
ENIGE FINANCIERINGSASPECTEN
Om een oordeel te kunnen geven omtrent de
financiële positie van een ondernemer zal men in
ieder geval moeten kijken naar de rentabiliteit, de
solvabiliteit en de liquiditeit, factoren, die men niet
geheel los van elkaar kan zien. En grotere liquidi
teit zal bij voorbeeld wel het weerstandsvermogen
van de onderneming verhogen, maar zal daaren-
476