streekplan west-brabant voor de industrie gereserveerd. Alleen Breda zit wat krap in zijn ruimte. Met de aanleg van indus trieterreinen is men er echter niet, want ze moeten ook worden verkocht. Onderstaande tabel geeft een indruk van de verkopen van industrieterrein in de afgelopen twintig jaar. 1950/ 1955/ 1960/ 1965/ Gemeente 1 955 1960 1965 1968 Breda 12 ha 1 ,5 ha 33 ha 55 ha Roosendaal 35 ha 11 ha 54 ha 39 ha Bergen op Zoom 8 ha 30 ha Etten-Leur 14 ha 12 ha 46 ha 24 ha Oosterhout 102 ha 44 ha 4,5 ha 24 ha Bij het scheppen van ruimte voor de nijverheid hebben de makers van het streekplan geen ,,carte blanche". Zij werken met de kaarten die het ver leden hun heeft toegespeeld. Hun troeven zijn dan ook: de superregionale industrieterreinen aan de Moerdijk en aan de Westerschelde (Reimerswaal pas te realiseren omstreeks 1980), de regionale terreinen in de stedenrij en de secundaire steun punten daarvan. Dat zijn bij voorbeeld de terreinen in Oudenbosch, in Woensdrecht, aan de Dintel- mond (Fijnaart), aan de Dongemond (Geertruiden- berg, Raamsdonksveer) en in Werkendam. Studie blijft echter nodig. Zo zal uitgemaakt moe ten worden, in welke volgorde nieuwe terreinen moeten worden aangelegd en/of bestaande moeten worden uitgebreid. Terreinextensieve „vuile" industrie hoort op de superregionale terreinen thuis, en arbeidsinten sieve „schone" industrie moet naar de stedenrij. DIENSTEN Concentratie van diensten in de steden: zo is de situatie thans en niets wijst erop, dat dit zal ver anderen. Integendeel, recente studies hebben aan getoond dat deze tendens nog versterkt zal wor den. Het is dus zaak dat juist hier mogelijkheden voor vestiging van vooral stuwende diensten wor den geboden en/of vergroot. Onder stuwende diensten worden die dienstverlenende activiteiten verstaan die buiten de sfeer van de directe ver zorging vallen, zoals transportbedrijven, admini stratiekantoren, rijksdiensten, verzekeringsmaat schappijen, ingenieursbureaus en dergelijke. De planologen zijn van mening dat de ontwikke ling van Breda als centrum van deze stuwende diensten alle nadruk moet krijgen. Daarbij wordt ook gedacht aan de vestiging van rijksdiensten in Breda. Daarnaast wil men ook de dienstverlenende functie van Bergen op Zoom en Roosendaal alle kansen laten. VERKEER Zoals overal groeit ook in West-Brabant het autopark snel. Daarom moet aan de verbetering van de verbindingen de nodige aandacht besteed worden. Volgens het streekplan moet voorrang ge geven worden aan: een rechtstreekse verbinding tussen Breda en het industriegebied Moerdijk; verbetering van de dijkwegen in Noordwest- Brabant; een nieuwe verbetering ten noorden van de stedenrij; het zo snel mogelijk oplossen van een aantal knelpunten; een antwoord op de vraag wat er gedaan moet worden aan de verbeteringen in de stedelijke agglomeraties. Het vervoer van personen en goederen zal vol gens de nota zeker toenemen. Dat betekent meer treinen om de druk van woon- en werkgebieden in de buurt van spoorwegen op te vangen. Boven dien zou een aantal nieuwe spoorlijnen tot stand moeten komen. Bronnen: Streekplan West-Brabant, brochure ..Wost-Brabant in de Gouden Delta", Toelichtings nota. 470

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 20