JACOBS
TÈDEl-B
streekplan west-brabant
een rond Breda, een rond Roosendaal en een rond
Bergen op Zoom.
Voorts vindt men aan de noordkant van de
stedenrij het landbouwgebied van Noordwest-Bra
bant, tussen de stedelijke zones groene gordels en
agrarische en recreatieve gebieden aan de zuid
zijde van de stedenrij. Met de verdeling in stede
lijke en landelijke gebieden wordt naar het oordeel
van de plannenmakers zowel het economisch be
lang van de landbouw als het recreatieve belang
van de stadsbevolking gediend. Van de 475.000
inwoners van het streekplangebied (1.470 km2)
wonen bijna 300.000 in de steden. Alleen al Breda
heeft 120.000 mensen. Bergen op Zoom, Roosen
daal en Oosterhout tellen samen 115.000 inwoners.
Uit deze bevolkingscijfers blijkt een zekere rang
orde.
De centra worden in verschillende soorten ver
deeld en zo ontstaat een hiërarchie van kernen:
lokale centra met een verzorgingsgebied van ca.
5.000 inwoners, beperkt regionale centra met een
gebied van ca. 30.000 inwoners, regionale centra
met een gebied van ca. 60.000 en gewestelijke
centra met een verzorgingsgebied van ongeveer
250.000 inwoners. In 1980 zullen er in West-Brabant
80.000 mensen meer wonen dan nu, en in 1990
140.000. Er zullen dan 618.000 West-Brabanders
zijn en deze prognose houdt dan niet eens reke
ning met mogelijke impulsen van buitenaf, een
„overloop" van de zuidelijke randstadvleugel bij
voorbeeld.
BEVOLKING EN WERKGELEGENHEID
In de periode tot 1990 zal West-Brabant nieuwe
werkgelegenheid moeten scheppen voor de aan
was van de eigen beroepsbevolking; de rest is
„import".
Ervan uitgaande dat 37 van de totale bevol
king werkt, komt men aan het indrukwekkende aan
tal van bijna 60.000 nieuwe arbeidsplaatsen in
1990.
De onderstaande tabel geeft hiervan een verdeling:
Sectoren
1965
1980
1990
Landbouw
13.600
10.000
8.000
Nijverheid
88.600
100.000
105.000
Diensten
68.100
95.000
117.000
Totaal
170.300
205.000
230.000
IATeniAL.eN
468