brabantse zandgebied vormt de steilrand die van
Ossendrecht via Woensdrecht en Bergen op Zoom
tot voorbij Halsteren is te volgen.
Het Westbrabantse zeekleigebied heeft een vlak,
open karakter en hoogteverschillen van betekenis
komen er niet voor.
Het landschap van het estuarium- en rivierklei
gebied valt uiteen in twee verschillende soorten
landschappen, namelijk dat ten oosten van de
Kornsedijk en dat ten westen hiervan. Ten oosten
van deze dijk heeft het gebied zijn karakter als
rivierkleilandschap behouden.
In het landschap ten westen van de Kornsedijk
(inclusief de Biesbosch) zijn alle afzettingen die
aan of nabij de oppervlakte komen uit de tijd dat
hier een nieuwe binnenzee lag. In de loop der tijd
werd deze binnenzee geleidelijk aan weer opge
vuld met slib dat door de Merwede werd aange
voerd.
TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN
Bij het samenstellen van het streekplan heeft
men met een viertal uitgangspunten rekening ge
houden:
1. de toenemende invloeden van Rotterdam, Ant
werpen en Zeeland. Dit in de verwachting dat
de rol van West-Brabant in de Gouden Delta"
van Zuidwest-Nederland nog aan betekenis zal
winnen.
2. Ook voor de autonome groei dat is de ont
wikkeling van binnenuit moet ruimte ge
maakt worden.
3. Er moet een duidelijke rangorde van kernen tot
stand worden gebracht.
4. Men dient een onderscheid van bebouwde en
open ruimten na te streven.
Ook heeft men de aanwijzingen van de rege
ring, vervat in de Tweede Nota Ruimtelijke Orde
ning voorzover deze betrekking hebben op het
westen van Brabant, ter harte genomen. Vanzelf
sprekend was de nu eenmaal bestaande toestand
harde werkelijkheid en dus van groot belang bij
het opmaken van het streekplan.
Duidelijke verbindingstekens met de Delta zijn
de twee superregionale industrieterreinen, name
lijk dat van Moerdijk aan het Hollandsch Diep en
de Westerschelde en dat van Reimerswaal. Er zijn
drie stedelijke ontwikkelingszones geprojecteerd,
467