Jii rechten van de bewaargever zoveel mogelijk te verzachten, zal door elke aan het nieuwe systeem deelnemende bank een aparte N.V. worden opge richt, die uitsluitend het effectenbewaarbedrijf zal uitoefenen. Door deze constructie blijft de N.V. gevrijwaard van het commerciële risico, dat de bank kan lopen. Ter meerdere zekerheid zal op de verrichtingen van de effectenbewaarbedrijven toe zicht worden gehouden door de Stichting Admini stratiekantoor V.A.B.E.F. (Vereenvoudiging Admi nistratie en Bewaring van Effecten). Deze verstrekkende maatregelen dienen om aan de acute problemen van de bewaring en admini stratie op korte termijn een einde te maken. De introductie van deze vereenvoudigde wijze van ad ministratie moet echter beschouwd worden als een noodoplossing. Het wachten is eigenlijk op een definitieve regeling, die zal leiden tot een giraal effectenverkeer. De hierdoor in 1970 in het leven geroepen commissie zal daarvoor nog wel enkele jaren nodig hebben ondermeer om de noodzake lijke juridische grondslagen te leggen, welke voor zo'n giraal effectensysteem vereist zijn. Onze organisatie en die van Eindhoven zien zich bij de handhaving van het bestaande systeem niet voor die problemen geplaatst, waarmee de han delsbanken kampen. De strikte nummerverantwoording, waaraan door ons zeer grote waarde wordt gehecht, zal gedu rende de eerstkomende jaren gehandhaafd blijven, zodat aansluiting bij het nieuwe systeem voorals nog niet wordt overwogen. li;.]. OBJECTIVITEIT EN GEHEIMHOUDING Bij de opening van het nieuwe gebouw van het Bureau Kredietregistratie op 6 september gaf de voorzitter van de gelijknamige stichting, professor Scheffer, een exposé van de taak en werkwijze van genoemde organisatie. Een publikatie, welke bij deze gelegenheid aan de aanwezigen ter hand werd gesteld, geeft een inzicht in de ontstaans geschiedenis van het Bureau Kredietregistratie. Voorbereidende studies in 1960 begonnen, leidden tot de slotsom, dat de bestaande registratie ver volmaakt diende te worden. De volgende doel omschrijving werd geformuleerd: kredietregistratie heeft ten doel het voorkomen van wanbetaling, door middel van een onafhankelijke instelling, die op basis van objectiviteit en geheimhouding en in samenwerking met betrokken partijen op een zo breed mogelijke basis alle gegevens over krediet verlening registreert en uitwisselt. Nodig was een zelfstandig bureau met een onafhankelijke leiding. Bij de voorbereidingen waren de volgende orga nisaties betrokken: de Vereniging van Financie ringsondernemingen in Nederland, de Nederlandse Vereniging van Credietgevende Detailhandelaren, de Nederlandse Vereniging van Betaal- en Spaar- zegelbedrijven, de Nederlandse Vereniging van Gezinskrediet en de Algemene Nederlandse Bond van Postorderbedrijven. In een later stadium van voorbereidingen bleek, dat de postorderbedrijven er de voorkeur aan gaven bij het Centraal Documentatie-Archief aan gesloten te blijven. De medewerking werd echter gecompleteerd door toetreding van de Nederlandse Vereniging voor Volkskredietwezen, de Nederlandse Bankiers vereniging en de Landbouwkredietinstellingen. Tijdens de voorbereidende studies kwam men tot de conclusie, dat de opbouw van de registratie geleidelijk diende te geschieden. Voor de eerste opbouw zouden van de be staande kredietportefeuilles van de deelnemers uitsluitend de slechte debiteuren in het registratie systeem worden opgenomen. Vanaf dat moment zouden alle nieuw verstrekte kredieten worden ge registreerd. In 1965 ging het Bureau Kredietregistratie van start en begon men met de bestaande gegevens der deelnemers te verzamelen. Begin 1967 werd begonnen met het verschaffen van gegevens. Geregistreerd worden: naam, adres en geboor tedatum, de door de deelnemers verschafte kre dieten met expiratiedatum, onregelmatigheden met betrekking tot de aflossingen alsmede de af loop van kredieten. Thans worden per dag ca. 4.000 vragen van kredietgevers over informatie beantwoord. Het werk van het Bureau Kredietregistratie be vordert onder meer een evenwichtig en gezond kredietbeleid, risicobeperking van kredietporte feuilles en de overcreditering van degene die kredieten opnemen. 401

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 9