WAT ONS BEZIG HOUDT... BEGROTING MET TEGENVALLERS Alhoewel er ten aanzien van de te verwachten maatregelen reeds enkele malen een tip van de sluier was opgelicht, leverde de jongste miljoenen nota toch de nodige verrassingen op. In eerste in stantie kregen de uiteenlopende belastingmaat regelen de aandacht; in een later stadium hield het gat in de begroting en de oorzaak daarvan, de ge moederen bezig. Voor wat betreft de belastingen werd een aantal maatregelen tijdelijk gecontinueerd, andere tijdelijke heffingen werden in een vertraagd tempo afgebouwd en nieuwe heffingen werden geïntrodu ceerd om tegenvallende ontvangsten te compen seren. In toenemende mate worden wij vertrouwd gemaakt met nieuwe begrippen als inflatiecorrec tie, wiebeltax en profijtbeginsel. Het algemene beeld wordt bepaald door op lopende uitgaven, die voor een deel minder te beheersen zijn, en tegenvallende ontvangsten. Het lopende jaar plaatst de overheid reeds voor aanzienlijke verrassingen. Vertoonde de vorig jaar ingediende begroting een tekort van ruim 2 mil jard gulden, thans is het vrijwel zeker, dat de ont vangsten bijna 3,7 miljard gulden bij de uitgaven ten achter zullen blijven. De onverwacht hoge loon- en prijsstijgingen, aanzienlijke tegenvallers bij de ontvangsten, en verschuivingen in de uit gaven uit voorgaande perioden zijn de belang rijkste veroorzakers van het kwaad. Reserveringen op voorinschrijfrekeningen, de emissie van de V/2 Staatslening en het effect van de wiebeltax doen het op andere wijze te financieren bedrag tot ca. 1 miljard gulden dalen. Een niet onaanzien lijke liquiditeitsverruiming zou het gevolg kunnen zijn. Voor het begrotingsjaar 1972 is rekening gehou den met een toename van de uitgaven van 5,1 miljard gulden, welk bedrag voor ruim 80% te verklaren is uit loon- en prijsstijgingen. Wie de Rijksuitgaven gespecificeerd naar onder werpen van staatszorg beziet, komt onder de in druk van de uitgaven van Onderwijs en Weten schappen, welke bijna 28 van alle uitgaven uit maken. In de loop der jaren is de deelname aan het onderwijs sterk toegenomen, is het voorzie ningsniveau gestegen en is onderwijs in toe nemende mate een voorwerp van overheidszorg geworden. In het begin van de vijftiger jaren werd ruim 3% van het nationaal inkomen voor dit doel besteed, thans is dat ruim 8 Het gaat hier om de noodzakelijke investeringen in intellectueel kapitaal, dat ten dienste staat van de gemeenschap en de toekomstige groei onder steunt. Noodzakelijk zijn ook tal van andere uitgaven. De ruimte daartoe wordt echter bepaald door de redelijkheid waarin de gemeenschap deze uit gaven kan betalen. Voor 1972 worden de totale belastingbaten geraamd op ruim 37 miljard gulden; dit is ruim 29 van het nationaal inkomen tegen over bijna 25% in 1963. Ondanks de opgevoerde ontvangsten en afge remde uitgaven laat de begroting voor 1972 een tekort zien van ten minste 2,3 miljard gulden. De financiering van dit tekort zou naar verwacht re sulteren in een beroep op de open kapitaalmarkt van ca. 500 miljoen gulden. Veel hangt af van de ontwikkeling van de conjunctuur. Een minder gun stige gang van zaken kan de realisatie van de plannen nadelig beïnvloeden en in bepaalde ge vallen zelfs tot gerichte impulsen nopen. 401

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 7