De heer Mertens aan het woord tijdens de Centrale Ringvergadering te Utrecht. nota's niet geheel onderschrijft of anders zou wil len laten luiden, is toch wel een opmerkelijk ver heugend feit. Maar vooral de omstandigheid, dat in deze uit beide organisaties samengestelde com missie een grote eenheid van gedachten gebleken is, is een teken, dat wij met het samengaan tus sen de organisaties op de goede weg zijn. In Utrecht en Eindhoven zijn de drie nota's uit voerig besproken. De verslagen van de discussies zullen worden uitgewisseld. Besluiten zijn niet ge nomen: de nota's zijn immers discussiestukken. Centrale Ring en Centrale Kring zijn slechts het begin, de ringen en kringen komen thans aan de beurt om hun mening te geven. Pas daarna zullen de eigenlijke ontwerpen worden opgesteld en ook deze zullen weer aan het oordeel van de organi satie worden onderworpen. Tot er straks uiteinde lijk definitief wordt beslist door de beide Alge mene Vergaderingen. Deze gang van zaken is duidelijk en in geen van beide vergaderingen is er ook maar enig bezwaar tegen gerezen. Begrijpelijk, want de procedure, die hier gevolgd wordt, maakt dat de gehele organi satie door haar ringen en kringen ten nauwste bij het vorm krijgen van een eventueel samengaan van beide organisaties wordt betrokken. Minder duidelijk, althans op het eerste gezicht, bleek echter een ander aspect van het voorge nomen samengaan te zijn. De beide Centrale Ban ken zijn druk bezig allerlei maatregelen te treffen, die niet alleen hun interne bedrijfsorganisatie raken, maar die ook tot gevolg hebben, dat zij als het ware telkens een deel van hun taak manda teren, opdragen aan de nieuwe Coöperatieve Raif- feisen-Boerenleenbank W.A. te Amsterdam. In Utrecht zijn hierover openhartige vragen gesteld, die door dr. Verhage even openhartig als uitvoerig beantwoord zijn. De heer Mertens, de voorzitter van de Centrale Kring in Eindhoven, knoopte hier bij aan in zijn openingswoord. ,,Die voortgang in de samenwerking tussen de beide Centrale Ban ken en dat meer en meer inschakelen van die Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank W.A., kan dat zo maar? Er is toch nog geen fusiebesluit en we mogen daarop toch niet vooruit lopen?" Zo ongeveer formuleerde de heer Mertens de vragen en wij menen dat deze vraagstelling ook de Utrechters zal bevredigen. Wij hebben de indruk, dat de heren Verhage en Mertens blij waren, dat deze vragen naar voren kwamen, want het gaf hun gelegenheid een paar dingen duidelijk te stellen. Toen het voornemen tot samengaan gestalte kreeg, stonden twee wegen open. Men kon, zolang het eigenlijke besluit tot fusie niet genomen was, zich strikt onthouden van het nemen van enige maatregel op technisch gebied, ófwel men kon reeds nu allengs overgaan tot het herstructureren van wat er bij de beide Centrale Banken op ad ministratief en banktechnisch gebied aanwezig is, zulks om straks terstond na een eventuele fusie de beschikking te hebben over een apparaat. Bewust is voor de tweede weg gekozen. Aan 399

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 5