onze belasting giftebiljetten voor alle vier belastingen van rechts verkeer zijn eveneens in de Staatscourant van 24 juni 1971 opgenomen. DE OVERDRACHTSBELASTING De overdrachtsbelasting komt in grote lijnen overeen met het evenredige registratierecht van 5 der verkoopwaarde, welk recht thans wordt geheven op akten, houdende overdracht onder bezwarende titel van hier te lande gelegen of ge vestigde onroerende zaken. De nieuwe wet noemt als belastbaar feit de verkrijging van binnen het Rijk gelegen onroerende goederen of van daarop gevestigde zakelijke rechten. De heffing van over drachtsbelasting wordt niet meer verbonden aan een akte, terwijl ook het vereiste van bezwarende titel niet meer wordt gesteld. Verder wijkt de nieuwe regeling af op het ge bied van sommige zakelijke rechten, zoals bijv. erf pacht, en wel voor wat betreft de behandeling van de daaraan verbonden periodieke schuldplichtig- heden. De bepaling dat bij overdracht onder voor behoud van vruchtgebruik de belasting wordt ge heven over de volle eigendom, is voorts niet over genomen. De bestaande regeling ten aanzien van ruiling van onroerende zaken, volgens welke de belasting slechts eenmaal wordt geheven en wel over de hoogste verkoopwaarde der beide onroerende goederen is niet gehandhaafd; deze transacties worden dus belast als twee afzonderlijke verkrij gingen. Met betrekking tot de ruiling van landbouw gronden is de in de huidige wet vervatte tariefs vermindering tot 1 aan die regeling aangepast. Wat de inbreng in vennootschappen aangaat, is de geldende vrijstelling bestendigd behalve voor zover betreft de inbreng in naamloze vennoot schappen en dergelijke van onroerend goed dat niet behoort tot een in haar geheel ingebrachte onderneming. De regeling ten aanzien van de overdracht van aandelen in zgn. onroerend-goed-vennootschappen is op het voetspoor van de vennootschapsbelasting beperkt tot de zgn. besloten fondsen. Tevens is een soortgelijke regeling opgenomen voor coöpe ratieve flatverenigingen; als gevolg daarvan zullen voortaan overdrachten van lidmaatschapsrechten in zodanige verenigingen met overdrachtsbelasting worden getroffen. Volgens de huidige wet zijn zowel verkrijgingen als vervreemdingen van onroerende zaken door de Staat van registratierecht vrijgesteld. In de nieuwe wet zal de vrijstelling voor vervreemding vervallen. Aankopen van onroerende goederen door ge meenten zijn thans alleen van registratierecht vrij gesteld, indien zij plaatsvinden ter voorziening in de woningbehoefte of ter uitvoering van een ge meentelijk bestemmingsplan. Na 1 januari zullen alle aankopen van onroerende zaken door ge meenten van de overdrachtsbelasting zijn vrij gesteld. Het tarief van de overdrachtsbelasting blijft evenals het huidige registratierecht 5 DE ASSURANTIEBELASTING De nieuwe assurantiebelasting verschilt aanmer kelijk van het thans geldende poliszegelrecht, waarvan het de plaats moet gaan innemen. Het thans geldende poliszegel wordt eenmalig geheven voor de overeengekomen verzekeringsduur, hetzij als een vast recht, hetzij als een evenredig recht over het verzekerde bedrag. In de nieuwe wet wordt deze eenmalige heffing vervangen door een periodieke belasting van de door de verzekering nemer verschuldigde premies. Men vindt de pre mie een betere grondslag voor de belastingheffing dan het verzekerde bedrag. Bij de verzekering van een zaak alleen tegen diefstal is het verzekerde bedrag hetzelfde als bij een verzekering van die zaak tegen alle mogelijke verlies of beschadiging. Het risico van de tweede verzekering is echter aanmerkelijk groter. In het tweede geval zal de premie daarom hoger zijn. Het door de verzekering gedekte risico komt dan ook in het verzekerde be drag minder volledig tot uiting dan in de hoogte van de door de verzekeringnemer te betalen pre mie. Een heffing over de premies legt bovendien een beter verband met de looptijd van de verzeke ring. Voorts heeft een periodieke heffing over de premies het voordeel dat de betaling van de be lasting wordt gespreid. De huidige heffing van het poliszegelrecht leidt tot complicaties in de toepas sing bij een latere verhoging van het verzekerd bedrag en stuit bij de moderne methoden van me chanische verwerking van administratieve ge gevens bij verzekeraars en makelaars op moeilijk heden, terwijl een periodieke heffing over de pre mies zich geheel in die methoden laat inpassen. Overigens vindt in andere landen, met name de 448

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 54