INDE CENTRALE (K) RINGVERG ADERING OPENHARTIGE WOORDEN In de eerste week van oktober zijn, afzonderlijk te Utrecht en te Eindhoven, de Centrale Ring- en de Centrale Kringvergadering in een extra verga dering, de tweede van dit jaar, bijeen geweest. Evenals de vorige extra vergadering, stond ook deze tweede geheel in het teken van het voorge nomen samengaan van de beide organisaties. Voor de Utrechters was dit ook uiterlijk merk baar! De vergadering omvatte daar rondweg twee derde meer mensen dan vroeger het geval was, want zij was voor het eerst samengesteld uit drie vertegenwoordigers per ring. leder der 38 Utrecht se ringen was deze keer ook door een directeur vertegenwoordigd, zulks overeenkomstig het in de vorige Centrale Ringvergadering genomen be sluit. Wij menen, dat deze bredere afvaardiging van de ringen, die men in Eindhoven al langer kent, ook in Utrecht goed gevallen is. Van aan passingsmoeilijkheden bij de nieuwelingen was niets te merken. Drie discussienota's lagen ter tafel, één over de statutaire regeling van de gemeenschappelijke Centrale Bank, één over nieuwe modelstatuten van de banken, één over een drietal belangrijke aanverwante onderwerpen. Geen eenvoudige ma terie! Men krijgt respect voor het vele werk, dat door de samenstellers van de nota's verzet is, met name ook door de Commissie van 18. Deze laatste heeft de ontwerpen voor de nota's grondig bestu deerd en besproken en zonodig van haar instem mende of afwijkende mening blijk gegeven. Dat de Commissie van 18, althans een deel daarvan, slechts zeer zelden een voorstel uit de 398

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 4