Ondanks verscheidenheid een gemeenschappelijk probleem bij de financiering CEA-CfiCA BIJEENKOMST TE FLORENCE Tijdens de bijeenkomst van de CEA-CICA werkgroep voor de financiering van de landbouw, welke van 20 tot 23 september jl. in Florence plaatsvond, kwamen tal van interessante punten naar voren, zoals de verhouding tussen Centrales van landbouwkredietorganisaties en de leden-banken, een studie over de be tekenis van dochterinstellingen van landbouwkredietinstellingen en een verslag van de CICA-vertegen- woordiging in Brussel. Bijzondere aandacht besteden we hieronder gaarne aan het referaat van dr. D. Wind, over het probleem van het eigen vermogen bij de financiering van agrarische coöperaties, welke door hem aan de CEA-CICA werkgroep gepresenteerd werd en waaruit het onderstaande werd ontleend. VERBREDING VAN DE ONDERNEMINGSFUNC TIE Coöperatie als een vorm van economische sa menwerking heeft in de praktijk geleid tot een grote verscheidenheid van ondernemingen, die uit oogpunt van financiering bezwaarlijk alle onder één noemer zijn te brengen. Niettegenstaande dat is er plaats voor een alge mene beschouwing over het onderwerp van het eigen vermogen bij coöperaties. Meer nog dan in vele andere bedrijfssectoren staan de coöperaties voor de vraag, hoe zij zich in het economisch verkeer financieel op de been kunnen houden. Dit houdt verband met het eigen karakter van de coöperatie als „Förderungsbe- trieb" voor de leden. Als zodanig is het beleid van de coöperatie ge richt op een zo hoog mogelijke inkomensvorming bij de leden, dit door middel van de prijsvaststel ling van goederen en diensten die de leden van de coöperatie betrekken of aan haar leveren. Hierdoor ontbreekt bij de coöperatie als regel de potentie om een beloning boven de „markt prijs" te bieden aan vermogensverschaffers. Het 440

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 46