ViMAG EN ANTWOORD VRAAG Wat verstaat men onder subrogatie en welke twee vormen kent men daarvan? Wat is het ver schil tussen subrogatie en cessie en novatie? ANTWOORD Subrogatie is volgens artikel 1436 B.W. de in de-plaats-stelling in de rechten van de schuldeiser ten behoeve van een derde persoon, die dezelve betaalt. De subrogatie geschiedt of bij overeen komst (art. 1437 B.W.) of uit kracht der wet (art. 1438 B.W.). De twee bekendste gevallen van subrogatie uit kracht der wet zijn de subrogatie van de betaald hebbende borg en de verzekeraar. De borg die de schuld betaald heeft treedt van rechtswege in alle rechten, welke de schuldeiser tegen de schuldenaar gehad heeft (art. 1877 B.W.). De verzekeraar, die de schade van een verze kerd voorwerp betaald heeft, treedt in alle rechten, welke de verzekerde ter zake van die schade tegen derden mocht hebben; en de verzekerde is verantwoordelijk voor elke daad welke het recht van de verzekeraar tegen die derden mocht be nadelen (art. 284 W.v.K.). Dit laatste geval van subrogatie uit kracht der wet is volgens de jurisprudentie alleen van toepas sing bij schadeverzekering, dus niet bij levens verzekering en andere sommenverzekering. Daar om bedient de verzekeraar zich in die branches soms van de subrogatie uit overeenkomst. Deze moet dan uitdrukkelijk en gelijktijdig met de beta ling der assurantiepenningen geschieden (art. 1437 B.W.). De schuldenaar wordt in geval van subrogatie niet bevrijd van zijn verbintenis, hoewel er betaald wordt, want de betalende derde komt als schuld eiser in de plaats van de oorspronkelijke crediteur. De verbintenis gaat dan door de betaling niet te niet, maar blijft voortbestaan met een andere schuldeiser. Subrogatie is geen novatie (schuldvernieuwing), want het is dezelfde schuld die blijft voortbestaan, ook met dezelfde daaraan verbonden zekerheden. Bij novatie gaan de aan de oorspronkelijke schuld verbonden zekerheden teniet; bij subro gatie blijven ze bestaan, evenals bij cessie. Het moeten dan wel zekerheden zijn, die zijn verbonden aan de desbetreffende schuld, dus b.v. een vaste hypotheek. Wanneer een borg betaalt aan de bank, wordt hij alleen gesubrogeerd in een eventueel hypotheekrecht van de bank, indien dit een vaste hypotheek is. Subrogatie in een bank- hypotheek is niet mogelijk, omdat een bankhypo- theek niet is verbonden aan een bepaalde schuld. Om dezelfde reden gaat een bankhypotheek in ge val van cessie niet meer over op de nieuwe schuldeiser. Cessie is de overdracht van een vordering op een nieuwe schuldeiser. De volgende verschil punten tussen cessie en subrogatie kunnen wor den genoemd. 1. Cessie geschiedt nooit krachtens de wet, maar altijd door overeenkomst. 2. Voor cessie is een akte nodig, voor subrogatie niet. Bij cessie is de medewerking van de schuld eiser noodzakelijk; deze draagt immers zijn vordering over. Bij subrogatie krachtens de wet is de medewerking van de schuldeiser niet nodig. 4. Subrogatie vindt alleen plaats indien en voor zover er wordt betaald; bij cessie is het niet van belang of er al dan niet wordt betaald voor de overdracht van de vordering. 5. Cessie werkt ten aanzien van de schuldenaar pas na betekening of erkenning, terwijl subro gatie van rechtswege werkt. Na de subrogatie kan de schuldenaar niet meer rechtsgeldig be talen aan de oude schuldeiser, zonder dat be tekening per deurwaardersexploit of schrifte lijke erkenning hierbij van belang is. 439

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 45