<fev i delen, dus saldi in kas, bij bank en giro, en de post debiteuren en anderzijds de direct opeis bare schulden. In het algemeen kan de liquiditeits positie in de detailhandel in bloemen en planten als redelijk worden beschouwd. De som van liquide middelen en debiteuren was gemiddeld 15.500, de direct opeisbare schulden bedroegen in doorsnee ca. 11.500. Toch is de liquidite tspositie bij een aantal der onderzochte bedrijven niet rooskleurig; in 10% der bedrijven wordt nog geen 50 van de schulden op korte termijn door de liquide middelen en de vorderin gen op debiteuren gedekt. Bij 20 van die zaken ligt dit dekkingspercentage tussen 50 en 100%. VOOR 1970 OPBLOEI VERWACHT De gemiddelde omzet bedroeg in 1969 gemid deld slechts f 131.000 (excl. B.T.W.). Dit komt neer op een daling van de omzet ten opzichte van 1968 van 5%, de bruto-winstmarge daalde even eens. Samenvallend met een kostenstijging van ruim 10% resulteerde dit in een daling van de gemid delde winst van 23 het ondernemersinkomen daalde dientengevolge met ca. 32 Het econo misch resultaat was daardoor bij het doorsnee be drijf negatief. Voor 1970 is echter een omzetstij ging van 12% ten opzichte van 1969 geraamd, zodat verwacht mag worden, dat de resultaten, aanmerkelijk beter zullen zijn, mits de bruto-winst- marges aan de stijgende kosten worden aange past. 438

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 44