&i v
E.I.M. geen rekening gehouden met vermogen vast
gelegd in bedrijfspanden, met de goodwill en de
buiten het bedrijf belegde middelen. Wat de schul
den betreft heeft men alleen de door leveranciers
verstrekte kredieten voor goederen, inventarisstuk
ken en vervoermiddelen, alsmede de totale nog te
betalen kosten in aanmerking genomen.
Onder de bezittingen, gemiddeld 30.300 per
bedrijf, nemen de vlottende middelen (debiteuren
en goederenvoorraad) de belangrijkste plaats in,
namelijk ongeveer de helft. Vooral in de categorie
grote bedrijven zijn veel middelen ter financiering
van de debiteuren vastgelegd. Dit houdt onder
meer verband met het feit dat de grotere zaken
dikwijls leveringen aan instellingen doen, welke
niet contant betaald worden. Verkopen op reke
ning aan particulieren en bezorging aan huis zijn
eveneens van belang voor de stand van de debi-
teurensaldi.
Het bedrag dat in een bloemist-speciaalzaak in
de goederenvoorraad moet worden vastgelegd is
vanwege de bederfelijkheid van het merendeel der
gevoerde artikelen betrekkelijk gering. In vervoer
middelen en inventaris is ca. 31 van het ver
mogen vastgelegd. Opvallend ten opzichte van
andere branches is het geringe bedrag van de in
ventaris. Dit is mogelijk, doordat in een bloemen
winkel met een betrekkelijk eenvoudige en goed
kope inrichting kan worden volstaan.
De aangeboden artikelen vervullen de belang
rijkste rol bij de aankleding van het bedrijf.
Onder de passiva nemen de schulden aan leve
ranciers de belangrijkste plaats in, zij voorzien
voor ongeveer 15% in de vermogensbehoefte,
van de detailist.
Met het werkkapitaal, dat in verhouding tot an
dere bedrijfstakken niet hoog is, wordt gemiddeld
77 der activa gefinancierd. De handelscrediteu
ren fourneren de overige voor de activa benodigde
middelen.
De verhouding tussen vreemd en eigen ver
mogen is in de bloemisterij-sector over het alge
meen gunstig te noemen.
Bij bijna de helft van het aantal bedrijven bestaat
60 tot 100% van het totale vermogen uit eigen
vermogen. Bij ongeveer een kwart van het aantal
ondernemingen is de solvabiliteit, dat wil zeggen
de mogelijkheid om bij liquidatie van de onder
neming aan alle schulden te voldoen, voldoende
te noemen (40-60 eigen vermogen). Daaren
tegen is bij ongeveer een kwart der ondernemin
gen de solvabiliteit ronduit slecht te noemen (min
der dan 40 eigen vermogen).
LIQUIDITEIT NIET ROOSKLEURIG
De liquiditeit, waaronder wordt volstaan de mo
gelijkheid om bij voortduring de direct opeisbare
schulden te voldoen, wordt in belangrijke mate
bepaald door enerzijds de aanwezige liquide mid-