ten en bloemen daarentegen iets toegenomen.
Deze tendens vertoont overeenkomst met de toe
name van het aantal verkoopplaatsen in de ambu
lante handel, hetgeen eveneens duidt op een ster
kere stlging in de verkoop van losse bloemen en
planten.
De gemiddelde omzet van een gevestigde zaak
in bloemen en planten bedroeg in 1968 ca.
140.000, de inkoopwaarde van de verkochte
bloemen en planten was in dat jaar gemiddeld
f 77.000, zodat een bruto-marge, welke dient om
de exploitatiekosten goed te maken en daarnaast
de ondernemer een inkomen te verschaffen, werd
bereikt van gemiddeld f 63.000. De bedrijfskosten,
zonder rekening te houden met het gewaardeerde
loon van de ondernemer en medewerkende ge
zinsleden bedroegen f 33.000, zodat het doorsnee
bedrijf een nettowinst van ca. f 30.000 bereikte.
Na aftrek van de gewaardeerde lonen resteerde
een economisch resultaat, dat is een vergoeding
voor het gelopen ondernemersrisico en een belo
ning voor de ondernemerscapaciteiten, van ca.
7.000. Dit is echter slechts een gemiddelde uit
komst; de zeer kleine bedrijven (omzet minder dan
f 90.000 per jaar) konden gemiddeld slechts een
positief economisch resultaat van 220 behalen,
de grootste bedrijven (omzet meer dan 180.000
bereikten gemiddeld een positief resultaat van
f 13.750. Door de sterke kostentoename in de pe
riode 1964 t/m 1968 is de kritische omzetgrootte
gestegen van f 60.000 tot f 75.000 bij een gelijke
personeelsbezetting van 2, 3 arbeidskrachten. Het
ongewijzigde aantal medewerkers in een bedrijf
wijst erop, dat de hoeveelheid werk nauwelijks of
niet zal zijn gestegen, daar opvoering van de pro-
duktiviteit in de ambachtelijke sfeer van het bind
werk nauwelijks mogelijk zal zijn. De stijging van
de omzet moet daarom voor het belangrijkste deel
aan prijsstijgingen, noodzakelijk om de kosten
stijgingen op te vangen, worden toegeschreven.
DE FINANCIËLE POSITIE
Bij de opstelling van het werkkapitaal, dit is het
verschil van bezittingen minus schulden, heeft het
436