BESTEDING AAN BLOEMEN EN PLANTEN BLEEFACHTER Met het oogmerk de ondernemer in de gevestig de detailhandel in bloemen en planten een beter in zicht te geven in de samenhang tussen opbreng sten, kosten en bedrijfsresultaat in deze branche heeft het Economisch Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf (E.I.M.) een rentabiliteitsonderzoek over de jaren 1968 en 1969 ingesteld, waarvan on langs de uitkomsten zijn gepubliceerd. Aan deze publikatie hebben wij de gegevens voor onder staand artikel ontleend. Doordat het beschikbaar inkomen de laatste tien jaar sterk toenam, stegen ook de consumptieve be stedingen en wel ongeveer in gelijke mate. De uit gaven aan bloemen en planten namen in de jaren vóór 1967 aanzienlijk toe, maar zijn daarna sterk achtergebleven. Een enkel cijfer kan dit verduide lijken. Het aandeel van de bestedingen aan bloe gen bedroeg in 1964 nog 0,83%. In 1969 was dit gedaald tot 0,74%. Men geeft dus nu relatief min der aan bloemen en planten uit dan voorheen het geval was, hoewel de bestedingen in geld uitge drukt in aanzienlijke mate toenamen, nl. 296 min in 1964 tot 420 min in 1969. Deze bestedingen aan bloemen en planten wer den gedaan in een constant groeiend aantal vaste en ambulante verkoopplaatsen. Waren er in 1964 nog 6.150 verkooppunten, op 1 januari 1970 was dit aantal toegenomen tot 7.083, een toename van ruim 15%. De groei van het aantal winkelvestigin gen, maar vooral ook het aantal verkoopplaatsen, wijkt geheel af van de algemene tendens in de de tailhandel in ons land, namelijk dat het aantal ver koopplaatsen juist voortdurend afneemt. Relatief veel winkelvestigingen treft men aan in de provin cies Groningen, Gelderland, Utrecht en Noord-Hol land, de ambulante handel is vooral sterk vertegen woordigd in de drie westelijke provincies van ons land. BEDRIJFSRESULTATEN Naast de ontvangsten uit de verkoop van bloe men en planten in nagenoeg onbewerkte staat, neemt het bindwerk, waaronder wij verstaan het be- of verwerken van bloemen in corsages, boe ketten, bloemstukken en versieringen, een zeer belangrijke plaats in, vooral bij de grotere bedrij ven. Vergeleken met de omzetsamenstelling in 1964 is het aandeel van het bindwerk echter met enige procenten afgenomen, de verkoop van losse plan- 435

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 41