HET COÖPERATIEVE LANDBOUW KREDIETWEZEN Coöperatieve banken worden opgericht met be perkte of onbeperkte aansprakelijkheid. Voor de oprichting zijn minstens 30 leden nodig, waarvan 80 werkzaam moet zijn in de landbouw. Leden nemen voor minimaal 500 en voor maximaal 250.000 lire deel. Na afsluiting van de eerste jaar rekening betaalt men voor toetreding als lid naast de kapitaaldeelname een agio, al naar gelang de grootte van de inmiddels gevormde reserves. Het vermogen wordt opgebouwd uit het ledenkapitaal, door de jaarlijkse toevoeging aan de reserves van 50 van de netto bedrijfsoverschotten, door bo venwettelijke toevoeging aan de reserves en door agio betaald door nieuwe leden. Teneinde de spaar der extra garanties te bieden en de liquiditeit te waarborgen zijn de coöperatieve banken verplicht 20 van hun inleggelden in staatspapieren te be leggen, wanneer het gaat om banken met een be perkte aansprakelijkheid en 10% wanneer het gaat om banken met een onbeperkte aansprake lijkheid. De coöperatieve banken verschaffen be- drijfskrediten, grond- en structuurverbeteringskre dieten ten behoeve van de be- en verwerking van produkten. Men schat, dat deze banken naast de beleggin gen, die zij met behulp van overheidssubsidies hebben gedaan, meer dan 25% van hun krediet verlening aan de landbouw ten gunste laten ko men, hetgeen in 1969 neerkwam op een bedrag van rond 42 miljoen. Vermeldenswaard is het feit, dat deze krediet coöperaties, evenals de Conzorzio per il credito agrario, ook kredieten en voorschotten in natura geven. De opbouw van de coöperatieve kredietorgani satie is er een met drie lagen. Boven de plaatse lijke banken staan regionale organen, welke de volgende functies bezitten: controle-orgaan, insti tuut voor beheerstechnische hulp, beheersorgaan voor het gemeenschappelijke garantiefonds, or gaan voor het stimuleren van nieuwe vestigingen. Op het hoogste niveau zijn 4 instituten actief, te weten de Ente Nazionale delle Casse Rurali, een door de overheid ingesteld toezichthoudend orgaan, het reeds vermelde Instituto di Credito, dit is de centrale bank der kredietcoöperaties, de Federazione Italiana delle Casse rurali ed Arti- giane, dit is de vereniging en tenslotte het Centro Interegionale Servizi (bevat onder meer een com putercentrum). KREDIETVERLENING De financieringsmiddelen, benodigd voor het landbouwbedrijf, kunnen in twee categorieën ver deeld worden, te weten het kapitaal, nodig voor grond, vaste investeringen enerzijds en de finan cieringsmiddelen voor het lopende bedrijf ander zijds. Investeringen in vaste activa zijn nodig voor de aankoop, maar ook voor de verbetering van land bouwbedrijven. Voorschotten voor de financiering van onroerend goed worden ook weer gegeven door gespecialiseerde instellingen, zoals het Insti tuto di Credito Fondario. Tal van andere bank instellingen zijn op regionaal of plaatselijk niveau bij de uitvoering betrokken. Volgens wettelijke voor- 433

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 39