lJ landbouw krediet instellingen in andere landen italië van het landbouwkredietwezen in Italië voor het eerst wettelijk geregeld. Deze wet bleef de basis, waarop in latere jaren talrijke wijzigingen werden gebaseerd. Voor wat betreft een deel van de daarbij betrokken in stellingen, namelijk de coöperatieve banken, schiep de wet op de coöperatieve kredietinstel lingen van 1937 weer een basis. STRUCTUUR Landbouwbedrijven kunnen een beroep doen op specifieke faciliteiten van het landbouwkrediet en daarnaast op de meer algemene kredietfaciliteiten. Instituten, die krachtens de wet van 1928 en andere wettelijke maatregelen gemachtigd zijn landbouwkredieten te verschaffen, zijn in twee groepen te verdelen, te weten 4 grote instellingen die landelijk opereren en een groep instellingen die regionaal werkt. A. INSTELLINGEN DIE LANDELIJK WERKEN 1. De Consorzio Nazionale per il credito agrario di Miglioramento is een consortium, dat langlopende leningen aan de agrarische sector verstrekt en tevens de werkzaamheden van alle andere in deze bedrijfstak werkzame banken coördineert. De Staat en de spaarbanken ne men in het eigen vermogen van deze instelling deel. De daarboven benodigde middelen wor den aangetrokken door de uitgifte van obliga ties. 2. De Banca Nazionale del Lavoro is een publiek rechtelijke kredietinstelling, die naast haar func tie van handelsbank via een speciale afdeling korte en langlopende kredieten aan agrariërs verleent. In 1969 had deze bank voor ruim 100 miljoen aan rekening-courantkredieten en voor circa 350 miljoen aan langlopende kre dieten aan de landbouw verstrekt. 3. De Banca centrale di Credito Popolare is een kredietinstelling, die zich op agrarisch terrein beperkt tot het verlenen van langlopende le ningen, waarvan er per ultimo 1969 tot een be drag van 94 miljoen waren uitgegeven. 4. De Banca Nazionale delI'Agricoltura is naast haar werkzaamheden als handelsbank in sterke mate bij de financiering van de land bouw betrokken door middel van korte, middel lange en lange kredietverleningen. Deze bank kent zelfs een speciale afdeling voor coöpera tiefinanciering. B. INSTELLINGEN DIE OP REGIONAAL NIVEAU WERKZAAM ZIJN De tweede groep banken heeft, naast een kre- dietverlenende taak op regionaal niveau krachtens de bovengenoemde wet verkregen, de opdracht de coördinatie, adviesverlening en controle-werk zaamheden voor lokale banken te verzorgen en voor een centrale registratie te zorgen. Binnen deze groep vindt men de gespecialiseerde landbouwkredietafdelingen van spaarbanken (on der meer te Venetië, Lombardije), federatieve insti tuten, gesticht door een groep lokaal werkende kredietinstellingen (onder meer te Piemonte et la Ligur, Toscane, Emilia-Romagna) en landbouw kredietafdelingen van handelsbanken (onder meer: Banco di Napoli, Banco di Sicilia). De Wet heeft de landbouwkredietverlening niet alleen voorbehouden aan eerder vermelde instel lingen. Het zijn vooral ook de plaatselijke land- bouwkredietbanken, de lokale banken voor het platteland en ten behoeve van de ambachten die bedrijfskredieten verschaffen. Daarnaast zijn het de spaarbanken en handelsbanken die op dit ter rein actief zijn. Niet alleen de Wet, maar ook ministeriële de creten bepalen, wie mee mag doen aan de land bouwkredietverlening. Tussen de vele namen van banken treft men onder andere aan de Banco di Roma, de Banco di S. Spirito en als coöperatieve bank het Instituto di Credito della Casse Rurali ed Artigiane. De laatste organisatie vormt het overkoepelend orgaan van de plattelands- en ambachtelijke ban ken. 432

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 38