LANDBOUWKREDIETINSTELUNGEN IN ITALIË RASFFllSytKASSE CA«A RURALE INLEIDING In de artikelenserie „landbouwkredietinstellin gen in andere landen" besteden wij ditmaal aan dacht aan het landbouwkredietwezen in Italië. Wij zijn ons ervan bewust, dat dit geen eenvoudige taak is. De republiek Italië met haar 19 „regioni" telt vele bankinstellingen, die op nationaal, „regio naal of lokaal niveau betrokken zijn bij de finan ciering van de landbouw. Die instellingen zijn ten dele gespecialiseerde landbouwkredietbanken, maar ook handelsbanken en spaarbanken. Terwijl in Nederland het georganiseerde landbouwkrediet wezen verreweg de belangrijkste financier van de landbouw is, moet het gespecialiseerde Italiaanse landbouwkredietwezen zijn plaats delen met tal van andere instellingen, welke krachtens allerlei wettelijke maatregelen zijn aangewezen om aan de landbouw kredieten en voorschotten te verschaf fen in één of meer specifieke vormen. Tot deze vormen behoren onder meer de verschaffing van werkkapitaal, de financiering van het onroerend goed en de kredietverlening ten behoeve van be- drijfsverbetering. Het merendeel van deze landbouwkrediet- vormen wordt met fiscale faciliteiten omgeven, terwijl vrij algemeen gereduceerde rentetarieven worden toegepast. Voordat wij hier meer in detail op ingaan, zullen wij in het kort aandacht besteden aan de geschie denis en wat meer uitgebreid aan de structuur van het bankwezen. HISTORIE Door de graanimporten uit Amerika kwamen de Italiaanse boeren aan het eind van de 19e eeuw in een relatief ongunstige concurrentiepositie te ver keren. De voor de aankoop van moderne land bouwwerktuigen, kwaliteitszaaigoed en hoogwaar dige kunstmest benodigde middelen konden door de kleine boeren niet van de bestaande kredietinstellingen worden verkregen, waardoor zij dreigden achterop te geraken. Vanuit deze dwang positie werd in 1884 de eerste coöperatieve land- bouwkredietbank opgericht gebaseerd op hoofde lijke aansprakelijkheid. In 1915 waren reeds 3.000 landbouwkredietcoöperaties werkzaam. Tus sen de beide wereldoorlogen moesten vele coöpe ratieve kassen door de ineenstorting van talrijke provinciale en regionale banken worden opge heven. Bij de wet van 5 juli 1928 werd de organisatie 431

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 37