bankwezen tot nu toe bevredigend heeft gewerkt, alleen al door het feit dat hierdoor het rendement op de liquide middelen aanzienlijk werd verbeterd. Dat ook de Bank het beoogde doel hiermee kan bereiken, mag worden afgeleid uit het feit dat deze politiek wordt voortgezet. Met ingang van 26 augustus bracht De Neder- landsche Bank het promessendisconto terug van 61/2 naar 6 De officiële verklaring van de Bank voor deze maatregel was, dat de verlaging werd doorgevoerd om „geldmarkttechnische re denen." Nu is het zo dat het maximum-tarief voor de officiële call-rente ligt op beneden het promessendisconto. De banken kunnen immers, indien nodig, tegen het promessendisconto ge bruikmaken van hun kredietfaciliteit bij De Neder- landsche Bank. De maatregel heeft evenwel een wijdere strekking. In vrijwel alle gevallen zijn de debettarieven voor kredieten in lopende rekening bij banken gekoppeld aan het promessendisconto. Het goedkoper maken van krediet voor particu lieren een rechtstreeks gevolg van deze maat regel mag in dit verband niet onvermeld blijven. Per 6 september stelde De Nederlandsche Bank een zogenaamd obligatiecircuit in, per 15 septem ber gevolgd door een verlaging van het disconto over de gehele linie, waardoor het promessendis conto op 51/2 en het wisseldisconto op 5 te recht kwam. De toelichting op deze laatste dis contoverlaging luidde: ,,Ter ondersteuning van de maatregelen gericht op het tegengaan van toe stroming van middelen uit het buitenland". Als wij het bovenstaande nog eens overzien dan kan daarbij het volgende worden opgemerkt. Zoals het zich laat aanzien zullen voorlopig de zwevende koersen nog wel gehandhaafd blijven. Er is geen aanleiding om te veronderstellen dat de open-marktpolitiek van De Nederlandsche Bank niet wordt voortgezet. Wel kan worden verwacht dat de markt in de komende tijd wat minder ruim zal worden, doordat o.a. de aanslagen vennoot schapsbelasting binnenkort moeten worden be taald. Ingrijpen in de markt door de Bank zal in de komende tijd vermoedelijk minder frequent voor komen dan in de afgelopen maanden het geval was. Wat betreft de discontowijzigingen, over de uit werking hiervan is na deze korte periode nog niet veel te zeggen. Dit soort maatregelen werpt in de regel pas op wat langere termijn resultaten af. In de maand oktober voorzien wij voor de markt geen extreme moeilijkheden. Tegenover forse belastingbetalingen staan te verwachten uitkerin gen van het Rijk, die, hoewel niet synchroon lo pend, toch voor (gedeeltelijke?) compensatie zullen zorgdragen. De recente stijging van de kapitaalmarktrente heeft het uiteenlopen van kapitaalmarkt- en geld marktrente versterkt. In de komende tijd zal dit écart beslist tot meer normale proporties worden teruggebracht. Daarom moet o.i. rekening worden gehouden met het vermoedelijk in lichte mate aantrekken van de rente op de geldmarkt. OBLIGATIEMARKT Al enige tijd geldt voor de obligaties niet meer het adagium, dat zij een risicomijdend bezit vor men. De toenemende inflatie en de grotere schomme lingen in de rentevoet zijn hieraan onder meer debet. Met betrekking tot de eerste factor wordt er nog al eens beweerd, dat er een zeker verband be staat tussen de mate van inflatie en de hoogte van de intrest. De hoge rente van de laatste tijd wordt dan verklaard door het feit, dat de geldont waarding zo hard gaat. In de hoogte van de intrest moet dan een zekere compensatie voor die ont waarding worden gevonden. Indien de inflatie nog verder toeneemt dan loopt de obligatiebezitter die deze redeneringen volgt een risico. Forse schommelingen in de rentevoet en de daarmee gepaard gaande koersfluctuaties vormen ook een probleem voor de beleggers met betrek kelijk kleine vermogens. De keuze van het tijdstip, waarop men tot belegging in obligaties overgaat, wordt steeds belangrijker. Bij de belegger nl. kan al gauw een gevoel van teleurstelling ontstaan in dien blijkt dat bij verdere aantrekking van de rente de koersen van de pas verworven obligaties al betrekkelijk snel een eind onder pari noteren. Begin september deden zich op de obligatie- markt heftige koersschommelingen voor ten ge volge van de invoering door de regering van de obligatie (O)-gulden. Deze maatregel moet verhin deren dat niet-ingezetenen netto guldensobligaties kunnen kopen. Zij kunnen slechts obligaties kopen met O-guldens, die afkomstig zijn uit verkopen van guldensobligaties van andere niet-ingezetenen. 429

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 35