WAT ONS
BEZIG
HOUDT...
EUROPIESE VERSIE VAN DE BETAALCHEQUE
Nadat: in november 1967 de handelsbanken en
de landbouwkredietinstellingen de gegarandeerde
betaalcheques introduceerden heeft dit moderne
betaalmiddel een bijzondere vlucht genomen. Met
dit medium werd een belangrijke bijdrage geleverd
aan de verschuiving van het betalen met chartaal
geld naar het betalen met giraal geld. Bij de be
vordering van het girale salarisverkeer vormde het
gebruik van gegarandeerde betaalcheques een be
langrijk dispositie-instrument in handen van een
grotere groep cliënten.
De garantie tot een bepaald maximum per che
que (aanvankelijk 50,verzekerde het alge
meen geaccepteerd worden van de nieuwe cheque
in onze maatschappij, die in tegenstelling met
Angelsaksische landen tot voor enkele jaren
slechts een bescheiden gebruik van cheques
kende.
De popularisering van de gegarandeerde be
taalcheque werd verder ondersteund door een
intensieve gemeenschappelijke reclame. Hoezeer
onze organisatie bij de nieuwe ontwikkeling be
trokken werd blijkt onder meer uit de omvang van
het totaal aantal uitgegeven betaalpassen, dat per
ultimo 1970 met ca. 240.000 ruim 155% boven het
niveau van eind 1968 kwam te liggen, terwijl ge
durende 1970 ruim 4 maal zoveel cheques (5,6
miljoen) verwerkt werden als in 1968. Ook in andere
landen deden zich veranderingen in het betalings
verkeer voor. In de Angelsaksische landen kwam
vooral de creditcard als dispositiemiddel tot ont
wikkeling. (Bank-america-card, Barclaycard).
In West-Duitsland kan de bezitter van een
Scheckkarte cheques afgeven met een gegaran
deerd maximum van 200 DM per cheque, in Zwit
serland kent men de Swisscheque gegarandeerd
tot 300 Zw.francs, in België kent men twee syste
men met gegarandeerde betaalcheques, één met
de bankkaart en één met de G-kaart. Beide typen
cheques zijn gegarandeerd tot een maximum van
Bfrs. 10.000.
In Frankrijk is in afwijking van de meeste Euro
pese landen, vooral het systeem van kredietkaar
ten (werkend met en zonder cheques) tot ontwik
keling gekomen. Zo werd door een viertal grote
banken de zogenaamde „Carte bleue" geïntrodu
ceerd.
Zowel in eigen land als elders ging de ontwik
keling voort. Zo werd hier het maximaal per betaal
cheque gegarandeerde bedrag per 1 augustus 1969
op 100 gebracht en met ingang van 1 mei van
dat jaar waren de bezitters van betaalpassen reeds
in staat gesteld bij banken in de E.E.G.-Ianden,
Denemarken, Engeland, Finland, Ierland, Noor
wegen, Oostenrijk, Spanje, Zweden en Zwitser
land met betaalcheques geld op te nemen.
Banken in deze landen, herkenbaar aan het
Eurochequevignet accepteren deze gegarandeerde
cheques en betalen de tegenwaarde minus kos
ten uit. Ook Frankrijk is thans toegetreden en Fran
se ingezetenen kunnen met twee types chequega-
rantiekaarten, namelijk de ,,Carte bleue" en de
„Intercarte", in een aantal landen de bijbehorende
cheques aanbieden met een maximum garantie van
respectievelijk 250,en 500,Frs.
Deze ontwikkeling, waarbij de bestaande betaal
cheque geïnternationaliseerd werd, vormde een
eerste aanzet tot datgene wat in een later stadium
als Eurocheque-project werd aangeduid.
Universele toepassing van de gegarandeerde
cheque werd het uiteindelijke doel van een continu
overleg tussen Europese bankiers.
Eind 1970 maakte de pers melding van de voor
bereidingen tot de introductie van de Eurocheque.
Het gaat hier om een Europese gegarandeerde
betaalcheque, die zowel in eigen land als in het
buitenland niet alleen bij banken zal kunnen wor-
350