KORTE UITLEG ilp^kAS PQofkast? DE CONSIGNATIEKAS Op blz. 346 (bovenaan links) van de Raiffeisen- bode van juli/augustus 1971 is een weliswaar niet storende, maar toch opvallende drukfout geslopen. Er wordt daar gesproken over de mogelijkheid, die de tweede hypotheekhouder heeft om, wanneer de eerste hypotheekhouder geen betaling wil aan nemen, hem gerede betaling aan te bieden en het bedrag van de eerste hypotheek te storten in de consignatiekast. Dat hier echter niet een of andere kast bedoeld werd, maar de consignatiekas, zal menigeen wel hebben begrepen. De consignatiekas is ingesteld bij de wet van 11 juli 1908. Zij bevindt zich ten kantore van één der ontvangers der registratie. De consignatiekas is de plaats, waar een schul denaar zijn financiële verplichtingen kan voldoen, als de schuldeiser zelf weigert de betaling aan te nemen. Door drie elkaar opvolgende maatregelen gaat de verbintenis van de schuldenaar dan teniet: 1. aanbod van gerede betaling; 2. consignatie; 3. van waarde verklaring. Door het aanbod wordt de weigering van de crediteur om de betaling te accepteren deugdelijk vastgesteld en wordt het mogelijk voor de debiteur om zich door consignatie te bevrijden van de schuld. Na de consignatie heeft de crediteur in de plaats van de vordering op de schuldenaar nu een vor dering op de consignatiekas. Maar het geconsigneerde bedrag kan door de debiteur nog weer opgevraagd worden, in welk geval de schuld herleeft in de oude vorm, ook voor eventuele medeschuldenaren en borgen. De bevrijding van de debiteur is pas definitief na een vonnis tot van waarde verklaring. De cre diteur heeft daarna op de consignatiekas een vor dering tot afgifte van het geconsigneerde. TOW 380

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 34