Een beeld van de effectenbeurs te Tokio na het bekend worden van de Amerikaanse maatregelen. van ca. 52 miljard buiten de V.S. circuleren. In theorie vormde de dollar nog altijd een goud gerande valuta, in de praktijk waren de goud reserves onvoldoende en deden de centrale ban ken in de afgelopen maanden geen beroep meer op de mogelijkheid tot inwisselen van hun dollar- tegoed in goud. De Nederlandsche Bank wisselde in november 1970 nog 30 miljoen in tegen goud en verwisselde sedertdien 400 miljoen in papier goud. Is een land niet in staat met interne restrictieve maatregelen een definitieve verbetering van de betalingsbalans te bewerkstelligen dan zal het zijn overgewaardeerde valuta moeten devalueren. Voor de V.S. zou dit een verandering in de waarde van de dollar uitgedrukt in goud impliceren, hetgeen men echter om uiteenlopende redenen niet wenst. De Verenigde Staten kozen echter voor een andere oplossing. Door de convertibiliteit in goud op te heffen heeft het monetaire systeem zijn vaste verankering verloren. Monetaire autoriteiten zagen zich niet langer genoodzaakt de dollarkoers te steunen, waarvan een zwevende koers het ge volg was. De V.S. heeft met deze maatregel de bal aan de andere westerse landen toegespeeld. In plaats van een eenmalige devaluatie van de dollar proberen zij een ruilvoetverhoging van de andere valuta te forceren, waarbij een tijdelijke in voerheffing als extra sanctie bedoeld is. Deze 10% heffing dient zoals president Nixon het stelde om het hoofd te bieden aan, wat hij noemde, de effecten van onrealistische (onderge waardeerde) valutakoersen die importgoederen een prijsvoordeel geven op de Amerikaanse markt. Nixons maatregel had een verlammend effect op de geldmarkten welke gedurende een week geslo ten bleven. Tegelijkertijd vond koortsachtig over leg plaats. OVERLEG IN BRUSSEL Het E.E.G.-beraad van 20 augustus toonde duide lijk aan hoe binnen de E.E.G., ondanks het streven naar monetaire eenheid, aanzienlijk, doctrinaire tegenstellingen bestaan met name tussen Duits land en Frankrijk. Duitsland, dat evenals Neder land op 10 mei overging op een zwevende valuta en daarmee een appreciatie ten opzichte van de officiële pariteit toeliet, was bereid tegemoet te komen aan het Amerikaanse verlangen tot opwaar dering van de Europese valuta. Frankrijk dat nu reeds tweemaal zoveel koopt in de V.S. dan het aan dit land verkoopt, acht een devaluatie van de dollar noodzakelijk. Bovendien was Frankrijk voor- 375

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1971 | | pagina 29