kroniek van de visserij
Deense kust met grotere kotters met een groter
motorvermogen en moderne koelapparatuur aan
boord.
Het aantal kotters waarmede de garnalenvisserij
als hoofdbedrijf wordt uitgeoefend daalt de laatste
jaren. In het zuiden van het land is door afsluiting
van de zeegaten en door achteruitgang van de
vangsten het aantal garnalenvissers verminderd
doordat de garnalenvisserij werd gestaakt of over
werd gegaan op de kleine zeevisserij met grotere
kotters. Het zwaartepunt van de garnalenvisserij is
daardoor komen te liggen in het noorden van het
land in plaatsen langs de Waddenzee. Ook daar
gaan echter vooral jongere vissers over op de
kleine zeevisserij, waarmede zij meer kunnen ver
dienen.
1969 was voor de garnalenvissers een moeilijk
jaar. De aanvoer steeg van 6,7 miljoen kg in 1968
tot 7,5 miljoen kg in 1969. De prijs daarentegen
daalde van 2,48 per kg in 1968 tot 1,89 per kg
in 1969. Het gevolg was dat de totale opbrengst
van de garnalenaanvoer daalde van 16,2 miljoen
gulden in 1968 tot 12,8 miljoen gulden in 1969.
Daardoor werd in de loop van 1969 een aantal
kleinere garnalenvissersvaartuigen zo onrendabel,
dat de garnalenvisserij ermede moest worden ge
staakt.
In 1970 was de Nederlandse aanvoer van con
sumptiegarnalen bijna even groot als in 1969, doch
de prijs lag aanzienlijk hoger, waardoor de totale
opbrengst van de garnalenvisserij in 1970 16,6 mil
joen gulden bedroeg. Het aantal garnalenvissers
vaartuigen was in 1970 gedaald van 194 in 1969
tot 163 in 1970. In het bijzonder de garnalenvis-
sersvloot van Harlingen was aanzienlijk kleiner
geworden.
In 1969 waren de garnalenvangsten langs de
Westeuropese kust belangrijk groter dan in de
voorafgaande jaren. Grotere aanvoer leidt in het
algemeen tot lagere prijs. In 1969 werden de prij
zen bovendien nog lager door de invoer van ge
pelde garnalen uit West-Duitsland tegen zeer lage
prijzen.
Ofschoon ook in 1970 de aanvoer van garnalen,
in het bijzonder in West-Duitsland, groot was,
steeg de gemiddelde prijs in Nederland aanzien
lijk. Met een kleiner aantal schepen kwam de to
tale opbrengst op het peil van 1968, waardoor de
garnalenvisserij weer winstgevend was. Een be
langrijke oorzaak van deze gunstige ontwikkeling
was, dat in West-Duitsland in 1970 een ander prijs
beleid werd gevoerd dan in 1969, waardoor invoer
van gepelde garnalen uit West-Duitsland tegen
zeer lage prijzen niet meer mogelijk was.
In de bedrijfsresultaten komt uiteraard het wis
selvallig verloop van de garnalenvisserij tot uit
drukking. De gemiddelde opbrengst per vaartuig
van de garnalenvissers van Wieringen daalde van
127.000 in 1968 tot 120.000 in 1969. Het be-
Tabel I. Totale aanvoer en opbrengst per tak van visserij
Aanvoer in miljoenen kg Opbrengst in miljoenen guldens
1960
1965
1968
1969
1970
1960
1965
1968
1969
1970
Grote zeevisserij
137
111
72
75
70
61
59
54
59
67
Kleine zeevisserij
51
88
91
93
101
39
91
127
137
162
Garnalenvisserij
13
15
9
10
9
10
17
16
13
17
IJsselmeervisserij
13
13
10
8
2
10
10
11
10
7
Mossel kwekerijen
67
96
99
92
74
8
12
14
16
20
Oesterkwekerijen
3
1
1
1
1
7
5
6
6
6
Overige visserijen
5
12
5
2
2
2
2
3
2
2
Totaal
289
336
287
281
259
137
196
231
243
281
Bron: C B S L E I.
366