Zolang één van de E.E.G.-valuta meer dan 21/2
van de oorspronkelijke koers afwijkt, mocht elk
land met een zwevende koers zulke heffingen en
restituties instellen.
Het „loslaten" van de dollar heeft geen directe
invloed op het stelsel van E.E.G.-landbouwprijzen.
De E.E.G. heeft weliswaar bij het vaststellen van
de prijzen gebruik gemaakt van een z.g. Reken
eenheid (RE) die evenveel goud vertegenwoordigt
als de dollar toen deze nog niet zweefde, maar
tussen deze rekeneenheid en de dollar is geen
rechtstreeks verband. Uiteraard kan de E.E.G. zelf
standig besluiten om de RE in waarde te doen ver
anderen; de Gemeenschap is namelijk volkomen
vrij dat naar eigen inzichten te doen.
Nu de E.E.G.-landen geen gemeenschappelijk
antwoord hebben gevonden, is er wat de landbouw
betreft tussen deze landen onderling nog niets
veranderd. Heffingen en restituties blijven bestaan.
Alleen hebben ditmaal de landen van de Benelux
een eenheid weten te bereiken, waarop reeds in
mei jl. door ons land tevergeefs werd aangedron
gen. Aan de grenzen van de Benelux bestaat nu
het systeem van heffingen en restituties zoals tot
nog toe alleen Nederland dat toepaste.
Voordat wij ons aan enig commentaar over deze
netelige zaken wagen moet nog een andere maat
regel van Nixon worden genoemd, die onmid
dellijke gevolgen heeft voor de Nederlandse
export: de heffing van 10%!
Van de totale Nederlandse export gaat ongeveer
4,5% naar de Verenigde Staten; hiervan bestaat
eenvijfde uit agrarische produkten van Nederlandse
herkomst. Hieronder enkele bedragen uit 1970
(in miljoenen guldens):
Vlees en vleesconserven 272
w.v. ham in blik 220
Bloembollen en sierteeltprodukten 51
Zuivel- en melkprodukten 28
Dranken (w.o. bier) 35
Van de verschillende produkten moeten de bol
len het eerst worden genoemd, niet alleen omdat
het over een groot bedrag gaat maar vooral omdat
deze export voor de sector als geheel van zo
groot belang is. De heffing van 10%, die natuurlijk
altijd ongelegen zou zijn gekomen, is ditmaal op
een bijzonder slecht tijdstip gekomen, omdat de
contracten reeds afgesloten zijn. Gelukkig is de con
currentiepositie van de Nederlandse bollen in de
V.S. niet slecht, maar beter wordt men er natuur
lijk niet van. Wellicht is dit voor „het vak" een
aanleiding om, zoals vroeger reeds in rapporten
werd gesuggereerd, de handen bij de export naar
de V.S. nog meer ineen te slaan.
Een tweede sector is de uitvoer van varkens
vlees in blik, kortweg de hamexport genoemd.
Deze export is weer eens door het oog van de
naald gekropen. Hij is de laatste jaren een belang
rijke twistappel met de Amerikanen geweest, om
dat volgens de V.S. de restituties die door de
E.E.G. betaald worden veel te hoog zijn. Keer op
keer is er door de V.S. gedreigd met het afsluiten
van de grens door een z.g. anti-dumpingmaatregel.
Het is er gelukkig steeds niet van gekomen.
Nu heeft Nixon de 10 %-heffing niet gelegd op
produkten waarvoor een contingentering bestaat.
Zo zijn de zuivelprodukten aan de heffing ont
komen en het rundvlees ook, maar het varkens
vlees en dus de hamexport zou wel onder
de heffing vallen. Toen echter bleek, dat ook de
macht van de Amerikaanse president niet onbe
perkt is; de Amerikaanse tarieven zijn in de der
tiger jaren in een wet vastgelegd. Sindsdien is de
president gemachtigd verlagingen toe te passen,
maar het vroeger vastgelegde tarief mag niet over
schreden worden. Bij ham in blik stond het tarief
op het maximum en kon dus niet worden verhoogd.
HET BELEID VAN DE E.E.G
De machteloosheid van de E.E.G.-landen om
samen in deze internationale monetaire crisis op
te treden, is veroorzaakt door een gebrek aan
voorafgaande samenwerking op economisch en
monetair gebied. Het is een illusie te denken dat
men in tijden van crises te zamen oplossingen kan
vinden wanneer in rustige perioden de ministers
van Financiën en Economische Zaken aan een ge
meenschappelijk beleid alleen maar lippendienst
hebben bewezen en dan nog met zeer zuinige
monden. Het ging het afgelopen jaar wel beter,
maar het gaat hier om zulke diepingrijpende zaken,
359